Industriële revolutie 7.2 en 7.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Paragraaf 7.2: Groeiende bevolking en stijgende behoeften

In welk land neemt de populatie en voedselproductie in de 18e eeuw als eerste toe?

Noem een oorzaak waarom juist in Engeland de voedselproductie en populatie snel toe kon nemen.

De mechanisering 

Schietspoel (Flying Shuttle) 1733

Spinning Jenny 1764

Waterframe 1769

(Verbeterde) stoommachine 1780

Waarom werd door de uitvinding van de Spinning Jenny het spinnewiel overbodig?

Hoeveel draden kon de spinning jenny tegelijk spinnen.

1. 1
2. 8
3. 5
4. 18

Wat is het nadeel van het waterrad

Waar werkte de stoommachine op?

1. steenkool
2. Water
3. Ijzer
4. mankracht

Wat is het verband tussen de uitvindingen en de verstedelijking?

Opdrachten

- Afmaken tijdvoorgeschiedenis 7.2 (leerjaar 2)

Antwoord op de volgende leerdoelen: 

1. Leg uit waarom de bevolkingsgroei een oorzaak is voor de industriële revolutie.

2. Leg uit hoe de eerste stappen tot mechanisatie gingen aan de hand van de schietspoel en Spinning Jenny. 

3. Leg aan de hand van het begrip 'waterrad' uit waarom er fabrieken ontstonden.

4. Leg uit welke invloed de uitvinding en de verbetering van de stoommachine heeft op het verdere verloop van de industriële revolutie. 

5. Leg uit waarom de industriële revolutie leidde tot urbanisatie. 

Wat gaan we doen?

- Leerdoelen bespreken

- Uitleg

- nakijken 7.2

- Maken 7.3

Leg uit waarom de bevolkingsgroei een oorzaak is voor de industriële revolutie.

Leg uit hoe de eerste stappen tot mechanisatie gingen aan de hand van de schietspoel en Spinning Jenny.

Leg aan de hand van het begrip 'waterrad' uit waarom er fabrieken ontstonden.

Leg uit welke invloed de uitvinding en de verbetering van de stoommachine heeft op het verdere verloop van de industriële revolutie.

Leg uit waarom de industriële revolutie leidde tot urbanisatie.

7.3. Uit de grond gestampt: 

Urbanisatie, leefomstandigheden en kinderarbeid

Urbanisatie

Dorpen groeiden uit tot industriesteden.

Urbanisatie: de groei van de stad als gevolg van de trek van het. platteland naar de stad.

Fabrieken werden gevestigd in de buurt van grondstoffen (eerst water/daarna steenkool)

Vaste kosten fabrikant:

- Bouw Fabriek

- Aankoop machines

- Prijs van de grondstoffen

Variabele kosten:

- Loonkosten

Gevolg: lonen laag. Dit kon blijven bestaan door overschot arbeiders/geen wetten.

Noem voorbeelden van slechte
omstandigheden van de arbeiders

De Sociale Kwestie

Sociale kwestie

De discussie over armoede van de arbeiders en wat de overheid daaraan moet doen.

Conservatieve (oude adel/.elite): alles moet bij het oude blijven

Liberalen (fabriekseigenaren): meer inspraak/ vrijheid

Socialisten: kwamen op voor de arbeiders (brachten de sociale kwestie ter sprake)

Industriële Revolutie 

Huisnijverheid 

Mechanisering

Urbanisatie/ verstedelijking

Arbeidsdeling

De snelle overgang van handmatige productie naar machinale productie van goederen met enorme sociaal-economische gevolgen.

Vervanging van handmatige handelingen door machinale handelingen

de opsplitsing van een fabricageproces in alle onderdelen daarvan, met de bedoeling elk onderdeel door een andere arbeider te laten uitvoeren

Huiswerk:

Nakijken 7.2

Maken paragraaf 7.3

Leerdoelen: 

Leg uit dat de industriële revolutie invloed had op het wonen en werken van de arbeiders.

Leg uit dat de industriële revolutie invloed had op de opkomst van de politieke stromingen