13.3 Impulsgeleiding (klassikaal) (dl 2)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Nectar H13 Zenuwstelsel

Deze les:

• Nabespreking §13.3 Impulsgeleiding
• Introductie §13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen

Huiswerk: zelfstandig verwerken 13.4 via LessonUp

Leerdoel §13.3 

Je leert hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Groepsopdracht: kanaaltjes in actie

Jullie gaan uitbeelden wat er gebeurt in het celmembraan van een neuron wanneer er een impuls langskomt. Je beeld alle stappen uit en maakt daar een stopmotion filmpje van.  

1. Bedenk welke kleur (snoepjes) welke ionen voorstellen. Leg/teken/schrijf op het vel een legenda. 

2. Leg de Natrium-Kaliumpomp in het membraan, let op de oriëntatie en energieverbruik (ATP). 

3. Leg de ionen zo op het vel neer dat er sprake is van een rustpotentiaal.

4. Maak per fase een foto (rustpotentiaal, depolarisatie, repolarisatie, hyperpolarisatie en rustpotentiaal), waarin je laat zien wat er gebeurt met ionenconcentraties, de natrium- en kaliumkanaaltjes en de natriumpomp. 

→ Geef daarbij in de grafiek links onderin aan waar jullie je bevinden in het actiepotentiaal.  

Vul in

Leg uit dat een actiepotentiaal niet terug kan.

Lange afstanden

Lange uitlopers hebben een myleineschede.

Deze myelineschede versnelt de impuls geleiding.

Gevolgen van een sterkere prikkelsterkte?

Hoe kunnen neuronen doorgeven dat een prikkel sterker is?

Bijv. grotere druk bij je hand of meer licht in het oog.

Prikkelsterkte

Sterkere

prikkel = hogere frequentie

van actiepotentialen.

De actiepotentiaal is altijd

even sterk!

Impulsoverdracht tussen neuronen

Gebeurt altijd één richting op.

Leerdoel §13.4

Je leert hoe de overdracht van impulsen van het ene op het andere neuron plaatsvindt. 

Wat gebeurt er in de synaps? Tabel 88G

Opdracht

Bestudeer Lessonup + Nectar 13.4

Maak de opdrachten bij 13.4