H2L12 - Spelling 2.8 - Komma - 1VMB - vrijdag








: )


Vrijdag

Planning van dit uur 

  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg Spelling 2.8 - komma
  • Mini-overhoring: dictee
  • Zelfstandig werken 






    Aan het einde van deze les
    • weet je wanneer je een komma gebruikt;
    • heb je een cijfer (weging nul) voor de dictee-woorden. 
    Welkom 1VMB
    1 / 16
    suivant
    Slide 1: Diapositive
    NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

    Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

    Éléments de cette leçon








    : )


    Vrijdag

    Planning van dit uur 

    • Huiswerk bespreken
    • Uitleg Spelling 2.8 - komma
    • Mini-overhoring: dictee
    • Zelfstandig werken 






      Aan het einde van deze les
      • weet je wanneer je een komma gebruikt;
      • heb je een cijfer (weging nul) voor de dictee-woorden. 
      Welkom 1VMB

      Slide 1 - Diapositive

      Huiswerk bespreken
      Wat
      Huiswerk bespreken (opdracht 1 en 3 t/m 6 van 2.8 Spelling)
      Hoe
      Klassikaal
      Hulp
      Steek je vinger op als je een vraag hebt
      Tijd
      Ongeveer tien minuten
      Uitkomst
      Je bent hierna beter voorbereid op de repetitie van hoofdstuk 2
      Klaar
      Hierna gaan we verder met de les

      Slide 2 - Diapositive

      Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd 
      d-werkwoorden

      Slide 3 - Diapositive

      Spelling persoonsvorm tegenwoordige tijd
      t-werkwoorden

      Slide 4 - Diapositive

                         Dictee 
      Wat
      Schrijf je voor- en achternaam op je toetsblad.  
      Schrijf de tien woorden die de docent voorleest op je toetsblad.
      Schrijf netjes. Laat steeds één regel tussen de dicteewoorden open.  

      Hoe
      Individueel
      Hulp
      Geen
      Tijd
      Ongeveer 5 minuten
      Uitkomst
      - Deze dicteewoorden moet je kennen voor de SO en de repetitie
      - Je krijgt een cijfer (weging nul) in Som voor deze overhoring
      Klaar
      Hierna gaan we verder met de les

      Slide 5 - Diapositive

      Komma
      • Bij een opsomming
      • Als je iemand aanspreekt
      • Tussen twee persoonsvormen (dus let op als je twee werkwoorden achter elkaar ziet) 
      • Voor woorden zoals want, maar, omdat

      Slide 6 - Diapositive

      Opsomming
      Jonathan koopt worst kaas en nuggets.

      Slide 7 - Diapositive

      Opsomming
      Jonathan koopt worst, kaas en nuggets.

      Slide 8 - Diapositive

      Je spreekt iemand aan
      Jonathan ga jij boodschappen doen?

      Slide 9 - Diapositive

      Je spreekt iemand aan
      Jonathan, ga jij boodschappen doen?

      Slide 10 - Diapositive

      Tussen twee persoonsvormen
      Als Jonathan de boodschappen doet ga ik alvast de afwas doen.

      Slide 11 - Diapositive

      Tussen twee persoonsvormen
      Als Jonathan de boodschappen doet, ga ik alvast de afwas doen.

      Slide 12 - Diapositive

      Voor woorden zoals want, maar, omdat
      Jonathan wil kipnuggets op zijn feestje omdat hij van lekker eten houdt.

      Slide 13 - Diapositive

      Voor woorden zoals want, maar, omdat
      Jonathan wil kipnuggets op zijn feestje, omdat hij van lekker eten houdt.

      Slide 14 - Diapositive

                         Individueel werken 
      Wat
      Lees de leertekst 'De komma' (bladzijde 166)
      Maak opdracht 7 t/m 10 en 12 t/m 14 van Spelling 2.8 (in je boek). 
      Hoe
      Eerst vijf minuten individueel, in stilte - daarna mag je fluisterend overleggen
      Hulp
      Eerst vijf minuten zonder hulp - daarna: steek je vinger op, dan kom ik langs
      Tijd
      Tot het einde van de les
      Uitkomst
      Dit komt terug op de SO en op de repetitie
      Klaar
      Oefen met de woordtrainer > Talent > H2 > 2.5 Woorden > scroll naar beneden > woordtrainer
      timer
      20:00

      Slide 15 - Diapositive

      Samenvatting van de les
      Jij
      • weet wanneer je een komma gebruikt;
      • hebt vanmiddag een cijfer (weging nul) voor de dictee-woorden. 


      Huiswerk
      • Lees de leertekst 'De komma' (bladzijde 166)
      • Maak opdracht 7 t/m 10 en 12 t/m 14 van Spelling 2.8 (in je boek). 

      Slide 16 - Diapositive