Financieel rekenen intro §4.1 inleiding

Inleiding hoofdstuk 4; kortingen & toeslagen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Inleiding hoofdstuk 4; kortingen & toeslagen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weten jullie welke 3 korting soorten er zijn
  •  Aan het einde van de les kennen jullie 'korting bij contante betaling'
  • Aan het einde van de les kunnen jullie de 'korting bij contante betaling' berekenen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?



  1. De 3 kortingssoorten 
  2. Instructie filmpje
  3. Uitleg korting bij contante betaling
  4. Opdrachten
  5. Huiswerk

Slide 3 - Diapositive

De 3 kortingssoorten
Ondernemingen kunnen korting geven aan hun klanten en korting krijgen van hun leveranciers. Er zijn 3 soorten, namelijk:
  • Korting bij contante betaling
  • Rabatten
  • Kredietbeperkingstoeslag

Slide 4 - Diapositive

1

Slide 5 - Vidéo

00:45
Wat wil de verkoper bereiken door korting bij contante betaling te verstrekken?

Slide 6 - Question ouverte

Korting bij contante betaling
Deze korting ontvangt de koper als hij binnen een bepaalde termijn na de factuurdatum betaalt.

Slide 7 - Diapositive

De korting bij contante betaling word berekend over de verkoopprijs exclusief btw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Opdracht 1
Gezamenlijk 

Slide 9 - Diapositive

A
€12.500 : 100 x 21 = €2.625 is de btw
€12.500 + €2.625 = €15.125 is het subtotaal

Slide 10 - Diapositive

B
€12.500 : 100 x 1 = €125 korting voor contant
€15.125 - €125 = €15.000 factuurbedrag

Slide 11 - Diapositive

C
€15.000 binnen 8 dagen (factuurbedrag)

Slide 12 - Diapositive

D
€15.125 na 8 dagen (subtotaal)

Slide 13 - Diapositive

Maak opdracht 2 A en vul je antwoord in

Slide 14 - Question ouverte

Maak opdracht 2 B en vul je antwoord in

Slide 15 - Question ouverte

Maak opdracht 2 C en vul je antwoord in

Slide 16 - Question ouverte

Maak opdracht 2 D en vul je antwoord in

Slide 17 - Question ouverte

Welke 3 soorten kortingen waren er?
A
Rabatten, korting bij contante betaling & omzetbonus
B
Korting bij contante betaling, kredietbeperkingstoeslag en rabatten
C
Kredietbeperkingstoeslag, korting bij contante betalingen & leverancierskrediet
D
Leverancierskrediet, omzetbonus & korting bij contante betaling

Slide 18 - Quiz

Korting bij contante betaling haal je van het subtotaal bedrag af wanneer er binnen een bepaalde tijd betaald word
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Huiswerk
Maken voor de volgende les;
Opdrachten 3 & 4

Slide 20 - Diapositive