14 herhaling belangrijkste grammatica tm thema 3

Argo thema 3 herhaling
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Argo thema 3 herhaling

Slide 1 - Diapositive

Lidwoord & znw (HB 120-121)
  • Lidwoord altijd vertalen
  • mag ook met "z'n" of "haar" (als duidelijk uit tekst)
  • bij ND: lidwoord wordt vaak weggelaten

Slide 2 - Diapositive

Ἡ Ἡλενα γυνη του Μενελαου ἐστιν.
A
Helena is een vrouw van Menelaos
B
Helena is de vrouw van Menelaos

Slide 3 - Quiz

Ὁ Λαοκοον τα τεκνα ἐβλεπε
A
Laokoon kijkt naar kinderen
B
Laokoon keek naar kinderen
C
Laokoon, kijk naar je kinderen
D
Laokoon keek naar zijn kinderen

Slide 4 - Quiz

Let op dat mv van groep 3

Slide 5 - Diapositive

De dativus mv van ὁ γερων =
A
τοις γερονσι
B
τους γεροντας
C
τοις γερουσι
D
τοις γεροντσι

Slide 6 - Quiz

De dativus mv van ἡ ἐσθης =
A
ταις ἐσθησι(ν)
B
ταις ἐσθητσι
C
ταις ἐσθηξι
D
ταις ἐσθετσι

Slide 7 - Quiz

pers vnw (met en zonder klemtoon)

Slide 8 - Diapositive

Welke vorm past hier?
Δωρον παρεχομεν ....
A
αὐτους
B
ὐμιν
C
ὑμων
D
ἠμιν

Slide 9 - Quiz

naamval-functie
  • ΙΝ thema 3 (OneNote) laatste bestand: ingevuld overizcht
  • bij ww: ... - object
  • bij vz: BWB

Slide 10 - Diapositive

Geef de functie van της Τροιας in:
Ὁ Πριαμος της Τροιας ἀρχει
A
BVB
B
BWB
C
Gen.-object
D
LV

Slide 11 - Quiz

Geef de functie van ἐπι της μαχης in:
Ἐπι της μαχης τον οἰνον ἐπιε ὁ Ἀγαμεμνον
A
BVB
B
BWB
C
Gen.object
D
Onderwerp

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

ww "zijn"
  • geen aoristus
  • let op imp mv!

Slide 14 - Diapositive

B. sleepvragen om werkwoordsvormen te benoemen
  • Sleep de juiste begrippen naar het vak met de werkwoordsvorm om die te benoemen.
  • Geef altijd één van de opties uit het rijtje ind./imp./inf. en de TIJD.
  • Bij imperativus geef je ook EV of MV.
  • Bij indicativus-vormen geef je ook de persoon + EV/MV.
  • Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend!
  • Klik dan op het draaipijltje (terugzetten naar origineel)
  • Als je dan klikt op controleren, zie je aan de rode kruisjes welke vakjes in het antwoordvak zouden moeten staan!!

Slide 15 - Diapositive

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἐθαυμάζομεν
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 16 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἤγαγες
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
βαίνε
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 18 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἐπιστευεν
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
έπίνετε
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 20 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
φυλαττεις
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 21 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἐνεγκεῖν
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 22 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
εἱλετε
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 23 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἒστε
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 24 - Question de remorquage

Sleep de juiste persoon, getal, modus en tijd naar de werkwoordsvorm. Als je teveel items versleept, wordt het fout gerekend.
ἠν
aor.
prs.
MV
2de
1ste
3de
EV
ipf.
ind.
imp.
inf.

Slide 25 - Question de remorquage

Veel succes met de toets en fijne vakantie!!

Slide 26 - Diapositive