Quiz week 1

Triage leerjaar 2 week 1
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
TriageMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Triage leerjaar 2 week 1

Slide 1 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van de triagewijzer?
A
De juiste urgentie van de klacht bepalen
B
De juiste diagnose stellen.
C
Zo veel mogelijk patiënten helpen in zo een kort mogelijke tijd.
D
Overzicht houden in het patiënten dossier

Slide 2 - Quiz

De klacht die het meeste op de voorgrond staat bij de patiënt, hoe noemen we dit ook wel?
A
Diagnose
B
Urgentieniveau
C
Toestandsbeeld
D
Ingangsklacht

Slide 3 - Quiz

Omschrijving van (de ernst van) de klachten en symptomen van de patiënt, hoe noemen wij dit ook wel?
A
Diagnose
B
Ingangsklacht
C
Toestandsbeeld
D
Urgentieniveau

Slide 4 - Quiz

De nood die bepaald hoe snel de patiënt door de arts gezien moet worden, hoe noemen we dit ook wel?
A
Diagnose
B
Urgentieniveau
C
Ingangsklacht
D
Toestandsbeeld

Slide 5 - Quiz

Een oordeel van de arts over de aard van het ziekten-beeld, hoe noemen we dit ook wel?
A
Diagnose
B
Ingangsklacht
C
Urgentieniveau
D
Toestandsbeeld

Slide 6 - Quiz

Mevrouw belt voor de 4e keer, had toen last van buikpijn en duizelig zijn. Nu van hoofdpijn. Wat doe je?
A
Je plant direct een afspraak bij de huisarts om geen enkel risico te nemen.
B
Je volgt de triagewijzer en stelt vragen op ingangsklacht hoofdpijn
C
Je zegt tegen haar dat hoofdpijn geen kwaad kan en terugbellen indien ondragelijk worden

Slide 7 - Quiz

Pak nu je triagewijzer
Meneer Strik heeft al 2 dagen last van zijn maag, hij word er niet goed van. Hij geeft aan dat hij misselijk is en buikpijn heeft. De assistente heeft gevraagd of hij ook last heeft van buikpijn, dit is volgens meneer Strik niet aan de orde. Ook vraagt de assistente aan meneer hoe erg de buikpijn is (pijnladder) Meneer strik geeft de pijn een 6 is, maar wel dat het een continue zeurende pijn is. 

Slide 8 - Diapositive

Welke ingangsklacht zoeken we op in de triage wijzer voor meneer Strik?

Slide 9 - Carte mentale

Wat is de beste beschrijving van het toestandsbeeld van meneer Strik?
A
Buikpijn volwassene
B
Meneer Strik heeft last van matige buikpijn en is misselijk.
C
Meneer heeft last van een voedselvergiftiging
D
Meneer Strik heeft last van zijn maag.

Slide 10 - Quiz

Waar zit de buikpijn?
Straalt de pijn ook uit?
Heeft u het gevoel van flauwvallen?
Heeft u last van bloed bij uw ontlasting?
Heeft uw ontlasting de kleur van teer of drop?
1.
2
3
4
5

Slide 11 - Question de remorquage

Mag je tijdens je gesprek van ingangsklacht wisselen?
Ja dat mag als tijdens het gesprek een andere klacht op de voorgrond staat.
Nee dat mag niet want tijdens het begin van je gesprek heb je met passende informatie het gesprek gestart.

Slide 12 - Sondage

Het gesprek met meneer Strik gaat verder
Halverwege het gesprek met meneer Strik kom je er achter dat de ingangsklacht 'obstipatie' beter bij meneer past dan buikpijn volwassene. De assistente stelt meneer alle triagevragen van boven naar beneden en komt op een U5 uit. 

Slide 13 - Diapositive

Welke vervolgactie hoort niet bij een U5
A
Je legt meneer uit waarom hij nu niet gezien hoeft te worden door de arts
B
Je geeft meneer Strik een passend zelfzorgadvies.
C
Je vraagt of meneer Strik toch op spreekuur kan komen, zodat jij zijn tempratuur en bloeddruk kan meten.
D
Je legt meneer Strik uit in welke gevallen meneer opnieuw contact moet opnemen.

Slide 14 - Quiz

Nieuwe Casus
Meneer de vries belt naar jou met dat hij pijn op zijn borst heeft

Slide 15 - Diapositive

Wat ga je nu als eerste doen?
A
Je beoordeeld of de ABCDE van meneer de Vries stabiel is
B
Je zoekt meneer de Vries op in het patiëntendossier
C
Je stelt de hulpvraag van meneer de Vries vast
D
Je stelt meneer de Vries gerust.

Slide 16 - Quiz

Meneer de Vries is ABCDE stabiel en wilt nu de hulpvraag weten, welke vraag stel je meneer?
A
Hoe hevig is de pijn op de borst, 0 is geen pijn 10 het is ondragelijke pijn.
B
Gebruikt u medicijnen?
C
Heeft u Diabetus?
D
Kunt u de pijn beschrijven?

Slide 17 - Quiz

Welke ingangsklacht gebruik je voor meneer de vries?

Slide 18 - Carte mentale

Nieuwe Casus
Meneer Karim (72 jaar) belt en verteld dat hij problemen heeft met plassen. Je vraagt als assistente wat meneer precies merkt bij het plassen, hierdoor geeft meneer aan pijn te hebben bij het plassen en dat hij veel vaker moet plassen dan normaal.

Slide 19 - Diapositive

Welke ingangsklacht zoek je op voor meneer Karim zijn probleem?
A
Algehele Malaise
B
Geslachtsorgaanklachten
C
Urinewegproblemen
D
Buikpijn

Slide 20 - Quiz

Wanneer heeft iemand koorts?
A
37
B
37,5
C
38
D
38,5

Slide 21 - Quiz

Heeft u koorts?
Heeft u een Katheter?
Heeft u last, of last gehad van koude rillingen?
Heeft u ook buikpijn?
1
2
3
4

Slide 22 - Question de remorquage

Meneer Karim heeft wel buikpijn maar geeft het een 4, heeft geen koude rillingen, geen katheter en tempratuur is 38,3 welke urgentie geef je meneer?
A
U2
B
U3
C
U4
D
U5

Slide 23 - Quiz

Welk advies geef je meneer mee?
A
Neem paracetamol tegen de pijn
B
Houd het plassen op tot je bij de dokter bent
C
Vang wat urine op en neem dit mee naar de afspraak.
D
Vanaf nu is het raadzaam om niet meer te eten en te drinken.

Slide 24 - Quiz