Formatieve test (zelfstandige versie) thema ordening - klas 1

Formatieve toets
Thema 3 Ordenen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets
Thema 3 Ordenen

Slide 1 - Diapositive

Bacteriën planten zich voort door sporen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Veel schimmels ruimen dode resten van organismen op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

In deel P van de plant in afbeelding 2 ontstaan zaden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een champignon behoort tot het rijk van de planten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Vier planten zijn:
– Een haarmos.
– Een mannetjesvaren.
– Een paardenbloem.
– Een appelboom.
Bij welke van deze planten vindt de voortplanting plaats door middel van sporen?
A
Alleen bij het haarmos.
B
Alleen bij het haarmos en de mannetjesvaren.
C
Alleen bij de paardenbloem en de appelboom.
D
Bij de mannetjesvaren, de paardenbloem en de appelboom.

Slide 6 - Quiz

Leerlingen doen beweringen over planten.
Lizzy: 'Bij varens komen bloemen voor.'
René: 'Bij zaadplanten komen bloemen voor.'

Wie doet of wie doen een juiste bewering?
A
Geen van beiden
B
Alleen Lizzy
C
Alleen René
D
Beide leerlingen

Slide 7 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.

Slide 8 - Question de remorquage

Welke bewering over de bacteriën is juist?
A
Bacteriën hebben bladgroenkorrels.
B
Bacteriën hebben celkernen.
C
Bacteriën hebben stuifmeelkorrels.
D
Bacteriën hebben celwanden.

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je een organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen?
A
Ras
B
Populatie
C
Rijk
D
Soort

Slide 10 - Quiz

Om organismen in een rijk te kunnen indelen kijk je naar drie eigenschappen
A
celkern-celwand-bladgroenkorrels
B
eencellig-meercellig-geen cellen
C
beweegt wel-beweegt niet-kan lopen
D
warm-koud-lauw

Slide 11 - Quiz

In welk rijk horen de sponzen?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmel

Slide 12 - Quiz

Een slak geboorte tot ...
A
Neteldieren
B
Wormen
C
Weekdieren
D
Geleedpotigen

Slide 13 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Bij de bereiding van yoghurt en zuurkool worden bacteriën gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Is de volgende bewering juist of onjuist?

De kruisspin uit de afbeelding is veelzijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Gisten zijn eencellige schimmels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In de afbeelding geeft P een bloem aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding staat een aantal dieren. Hoewel ze even groot zijn getekend, verschillen de dieren in werkelijkheid sterk in grootte.

Welk dier uit de afbeelding is niet symmetrisch?
A
Dier 1
B
Dier 2
C
Dier 2 & 4
D
Geen van deze dieren

Slide 18 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding staat een aantal dieren. Hoewel ze even groot zijn getekend, verschillen de dieren in werkelijkheid sterk in grootte.

Welke van deze dieren zijn gewervelden?
A
Dier 3 & 6
B
Dier 2, 5 & 6
C
Dier 1, 3, & 5
D
Dier 2, 3, 5 & 6

Slide 19 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding zijn een volwassen langpootmug en een emelt getekend. Een emelt is een larve van een langpootmug. Emelten leven vooral in vochtig grasland, twee tot drie centimeter onder de grond. Ze vreten jonge plantendelen aan.

Tot welke groep van het dierenrijk behoort een emelt?
A
Tot de geleedpotigen.
B
Tot de sponsdieren.
C
Tot de stekelhuidigen.
D
Tot de weekdieren.

Slide 20 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding staat een organisme. Heeft het organisme een inwendig skelet, een uitwendig skelet of geen skelet?
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 21 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding is een groene knolamaniet getekend. Het bovenste deel is groenig van kleur. Twee leerlingen doen een uitspraak over de groene knolamaniet.
- Adrie zegt dat een groene knolamaniet een schimmel is.
- Lola zegt dat de groene kleur van een knolamaniet wordt veroorzaakt door bladgroenkorrels.

Wie heeft gelijk?
A
Geen van beiden.
B
Alleen Adrie.
C
Alleen Lola.
D
Allebei.

Slide 22 - Quiz

Wat hebben een parkiet, een hond, een zalm en een slang met elkaar gemeen?
A
Ze ademen allemaal met longen.
B
Ze hebben allemaal haren.
C
Ze hebben allemaal een wervelkolom.
D
Ze leven allemaal op het land.

Slide 23 - Quiz

Welke van de volgende dieren zijn allebei gewerveld?
A
Een hond en een worm.
B
Een hond en een slang.
C
Een slang en een vlieg.
D
Een worm en een vlieg.

Slide 24 - Quiz

Welke organen zijn er niet bij sporenplanten?
A
Bloemen
B
Stengels
C
Wortels
D
Bladeren

Slide 25 - Quiz

Schimmels maken sporen om zichzelf voort te planten. Waar maken schimmels die sporen?
A
In de schimmeldraden.
B
In bedorven voedsel.
C
In de stam van bomen.
D
In de paddenstoel.

Slide 26 - Quiz

In een schaal liggen 10 bacteriën.
Die bacteriën delen zich elk uur.

Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur?
A
15
B
20
C
35
D
40

Slide 27 - Quiz

Op rottend fruit tref je vaak witte, 'pluizige' draden aan.
Deze draden zijn organismen.
Bij welk soort organisme horen deze draden?

A
Dieren
B
Planten
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 28 - Quiz


Hier zie je een afbeelding van een varen. Wat voor soort plant is dit?
A
Een zaadplant
B
Een sporenplant

Slide 29 - Quiz

Door welk soort organisme wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
Dier
B
Plant
C
Schimmel
D
Bacterie

Slide 30 - Quiz


Welke van de dieren in de afbeelding heeft een uitwendig skelet?
A
1 - Kwal
B
2 - Blauwe vinvis
C
3 - Krab
D
4 - Zeepaardje

Slide 31 - Quiz

Bij welke groep van het dierenrijk hebben de dieren een uitwendig skelet?
A
Bij de geleedpotigen.
B
Bij de gewervelden.
C
Bij de neteldieren.
D
Bij de stekelhuidigen.

Slide 32 - Quiz


Tot welke groep van het dierenrijk behoort het dier in de afbeelding? 
A
Neteldier
B
Stekelhuidige
C
Weekdier

Slide 33 - Quiz


Curaçao is een eiland waar vee bijzondere soorten planten voorkomen, zoals de dividivi boom.
De dividivi leunt altijd naar het westen vanwege de westenwind. 2 tot 3 keer per jaar gaan er bloemen in de boom bloeien. 
Is de dividivi een sporenplant of een zaadplant?
A
Sporenplant
B
Zaadplant

Slide 34 - Quiz

Welke symmetrie past
bij dit organisme?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 35 - Quiz

Stekelhuidigen zijn veelzijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Bij een spin zit het skelet aan de buitenzijde van het lichaam.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Tot welke stam behoort deze plant?
A
Mossen
B
Varens
C
Paardenstaarten
D
Zaadplanten

Slide 38 - Quiz

In welk milieu of welke milieus kun je weekdieren aantreffen?
A
Alleen op het land
B
Alleen in het water
C
Zowel op het land als in het water
D
Op het land, in het water en in de lucht

Slide 39 - Quiz

Wondroos is een ontsteking van de huid. De huid wordt hierbij rood en pijnlijk. Wondroos ontstaat wanneer streptokokken door de huid heen komen en onder de huid een infectie veroorzaken. De streptokokken hebben geen celkern, wel een celwand en geen bladgroenkorrels.

Tot welke groep behoren deze organismen?
A
Tot de bacteriën
B
Tot de schimmels
C
Tot de dieren
D
Tot de planten

Slide 40 - Quiz

Boomstammen hebben soms een groene kleur door mossen. Hieronder staan 3 kenmerken, welke komen voor bij mossen?
1. Elke cel heeft een celkern
2. Elke cel is omgeven door een celwand
3. Voortplanting vindt plaats door deling
A
Alleen kenmerk 1
B
Zowel kenmerk 1 als 3
C
Zowel kenmerk 1 en 2
D
Kenmerk 1, 2 en 3

Slide 41 - Quiz

Zebra's en paarden kunnen samen jongen krijgen. Deze zebrapaarden zijn onvruchtbaar. Behoren ze tot dezelfde soort?
A
Ja, want ze krijgen samen jongen
B
Ja, want ze hebben veel overeenkomsten
C
Nee, hun jongen zijn onvruchtbaar
D
Nee, want ze leven niet in hetzelfde gebied

Slide 42 - Quiz

Tot welke groep van het dierenrijk hoort een kameleon?
A
Geleedpotigen
B
Weekdieren
C
Gewervelden

Slide 43 - Quiz

Einde

Slide 44 - Diapositive