Les H15.1 en H15.2 BOA

Je kunt alleen gestraft worden voor een handeling als deze hieraan voorafgaand strafbaar was gesteld in een wet in formele zin.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je kunt alleen gestraft worden voor een handeling als deze hieraan voorafgaand strafbaar was gesteld in een wet in formele zin.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quiz

Jan wordt verdacht van diefstal. Voordat Jan voor de rechter verschijnt, wordt de wet veranderd: diefstal is niet langer strafbaar meer. Wat geldt nu voor Jan?
A
Hij zal niet gestraft worden.
B
Hij wordt gewoon gestraft.

Slide 2 - Quiz

Peter doet handstand in zijn eigen tuin. Een paar dagen later wordt deze handeling strafbaar gesteld. Kan Peter dan hiervoor gestraft worden?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 3 - Quiz

Janzien begaat een strafbaar feit. Toen zij dit feit beging, stond er een maximum straf van 3 jaar gevangenisstraf op. Voordat ze voor de rechter verschijnt, verandert de wet en wordt de maximale straf teruggebracht tot 2 jaar. Welke straf kan zij nu maximaal opgelegd krijgen?
A
2 jaar.
B
3 jaar.

Slide 4 - Quiz

De Nederlandse strafwet is ook van toepassing op de zee met een roeiboot tot 15 zeemijl vanaf de kust.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 5 - Quiz

De Nederlandse strafwet is ook van toepassing op de rivieren die door Nederland stromen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 6 - Quiz

Johann is Duitser en begaat aan boord van een Nederlands vliegtuig boven internationale wateren een strafbaar feit. Voor welke wet wordt hij nu gestraft?
A
Nederlandse strafwet.
B
Duitse strafwet.
C
Internationale strafwet.

Slide 7 - Quiz

Een schip varend onder Duitse vlag met een Kazachstaanse kapitein en Poolse matrozen vaart 15 zeemijl voor de kust van Frankrijk. Een Poolse matroos slaat de Kazachstaanse kapitein in elkaar. Welke strafwet is van toepassing?
A
Kazachstaanse.
B
Poolse.
C
Duitse.
D
Franse.

Slide 8 - Quiz

De algemene bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht zijn niet alleen van toepassing op het dit wetboek, maar ook op andere strafbare feiten in andere wettelijke voorschriften, tenzij een wet in formele zin anders bepaalt.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 9 - Quiz

De kwalificatie van een misdrijf is de naam van dit misdrijf, bijvoorbeeld diefstal.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 10 - Quiz

De norm is de maximale straf die iemand opgelegd kan krijgen als hij het betreffende misdrijf begaat.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 11 - Quiz

Alleen als alle bestanddelen van een strafbaar feit voltooid zijn, kan iemand voor dit feit gestraft worden.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 12 - Quiz

Kan iemand gestraft worden voor mishandeling als deze mishandeling niet wederrechtelijk was?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 13 - Quiz

Jan is 28 jaar, maar heeft het ontwikkelingsniveau van een 6-jarige. Hij mishandelt zijn buurman opzettelijk en zonder enig redelijk doel. Als hij de buurman ziet, begint hij namelijk direct op hem in te slaan. Jan wordt niet gestraft. Wat is hiervan de oorzaak?
A
De handeling is niet wederrechtelijk.
B
De handeling bevat niet alle bestanddelen van mishandeling.
C
Het kan Jan niet worden verweten: geen schuld.

Slide 14 - Quiz