3.3 De Grieks-Romeinse Cultuur

Het Romeinse Rijk
3.3 Leven in het Romeinse Rijk

Welkom!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het Romeinse Rijk
3.3 Leven in het Romeinse Rijk

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les...
  • Je kunt uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde en welke gevolgen dat had voor de Germaanse cultuur.
  • Je kunt beschrijven hoe het Romeinse Rijk tot zijn einde kwam.

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Wat weet je al (+- 10 min)
  • Uitleg (+- 25 min)
  • Huiswerk maken (+- 10 min)

Slide 3 - Diapositive


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 4 - Diapositive


Romeinen in West-Europa


  • In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen, waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. 
  • Hierdoor zijn archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

Slide 5 - Diapositive


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 6 - Diapositive


Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 7 - Diapositive


Het Rijk in de problemen


  • Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten. 






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 8 - Diapositive


Het Rijk wordt gesplitst
395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.






Slide 9 - Diapositive

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 10 - Diapositive


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 11 - Diapositive


De Hunnen



  • De Hunnen zijn een stam uit Azië. 
  • Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. 
  • Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo


Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw



  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 14 - Diapositive


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 15 - Diapositive


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 16 - Diapositive


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 17 - Diapositive

Video
Clipphanger: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Video
Welkom bij de Romeinen:
De instorting van het Romeinse Rijk

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat voor gevolgen had komst van de Romeinen voor de Germaanse Cultuur?

Slide 22 - Question ouverte

Noem 3 redenen voor het instorten van het West Romeinse Rijk

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk
Maken: paragraaf 3.3 opdracht 7 t/m 12

Slide 24 - Diapositive