Test je kennis Algemeen Woordenschat el restaurante

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

¿Cuánto sabes?

Test jouw kennis! 

Tema: Comida y bebida

Noem:
Una bebida caliente y una bebida fría
Dos tipos de comida para el desayuno

Tipo: Soort

Bebidas

Entradas

Plato principal

Postres

Limonada

Ensalada mixta

Café con leche

Vino tinto

Sopa de tomate

Pollo al ajillo

Helado de fresa

Verduras al horno

Churros con chocolate

Pescado a la plancha

Filete de cerdo

Pan

Carne con patatas

Tarta de manzana

Refresco

Zumo de naranja

Hoe zeg je in het Spaans...

Heeft u een vrije tafel?

1. ¿Hay una mesa gratis?
2. ¿Hay una mesa libre?
3. ¿Tiene una mesa libre?
4. Tiene la mesa libre?

1. Hoe zeggen we in het Spaans "menú"?

2. Je bent een gast, en je wilt het menú hebben, hoe vraag je dit aan de ober?

1. Noem nog drie drankjes in het Spaans.

2. Je wil een drankje bestellen in het Spaans, hoe doe je dat?

1. Hoe zeggen we in het Spaans "voorgerecht"?

2. Maak deze zin compleet: De primero ___________

1. Hoe zeggen we in het Spaans "hoofdgerecht"?

2. Maak deze zin compleet: De __________ quiero...

1. Hoe zeggen we in het Spaans "nagerecht"?

2. Vertaal naar het Spaans:
"Ik wil geen toetje, ik heb liever een koffie"

00:25

Wanneer zeg je "ahora mismo"?

00:52

Je kunt zeggen "Para mí..." om iets te bestellen. Welke andere woorden kun je ook hiervoor gebruiken?

01:20

Wat betekent
¿Qué desea de comer?
¿Qué desea de beber?

02:16

Vertaal deze zin naar het Spaans:
¿Me puedes traer la cuenta?