spelling au en ou

1 / 10

Slide 1: Diapositive

SpellingBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

spelling au en ou

Slide 1 - Diapositive

Woorden met au of ou.

Slide 2 - Carte mentale

Hoe weet je het verschil?

Je kan het niet zien.

Je kan het niet horen.

Slide 3 - Diapositive

blauw

gauw

saus

rauw

auto

astronaut

wenkbrauw

kabeljauw

auteur

paus

augurk

augustus

automaat

flauw

kauwen

kauwgom

klauwen

pauze

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Question de remorquage

Welk woord is goed?

landbouwer

landbauwer

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed?

kabeljouw

kabeljauw

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed?

pindasous

pindasaus

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed?

goud

gaud

Slide 9 - Quiz

Dictee

Slide 10 - Diapositive

spelling au en ou

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

Spelling les 1 au/ou

Spelling les 3 weetwoorden

Spelling les au (w)

Klanken, Les 1: ou-au

Mijn proefles

Week 40 KLAS 1

Au/ou of IJ of ei

Week 50