H1 §4 verschillen in de wereld

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Start 1.4 
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Als er veel welvaart is in een land, zijn er geen verschillen tussen arm en rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Gaat de afbeelding over welvaart of welzijn?
A
welvaart
B
welzijn
C
allebei

Slide 4 - Quiz

Gaat de afbeelding over welvaart of welzijn?
A
welvaart
B
welzijn
C
allebei

Slide 5 - Quiz

  • Ontwikkelingslanden
  • Koplopers
  • Volgers
  • Achterblijver
  • Uitleggen waarom landen ontwikkelingslanden worden genoemd.
  • Het verschil tussen koplopers, volgers en achterblijvers begrijpen.
  • Landen indelen in de groepen koplopers, volgers en achterblijvers.

Slide 6 - Diapositive

Ontwikkelingsland
Landen in ontwikkeling:
  • de welvaart groeit langzaam
  • het voedsel is vaak eenzijdig en het drinkwater onbetrouwbaar
  • de gezondheidszorg is niet zo goed
  • het onderwijs is niet goed


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat zijn ontwikkelingslanden?

Slide 9 - Question ouverte

De welvaart groeit langzaam
Waaraan kun je die groei zien?
  • het aantal mensen met honger daalt
  • het aantal eenjarigen dat een vaccinatie krijgt groeit
  • steeds meer mensen kunnen lezen en schrijven

Slide 10 - Diapositive

3 groepen landen 
Koplopers
Deze landen zijn ontwikkeld en rijk.
-Verenigde staten
-Nederland
-Denemarken
Volgers
Landen die rijk aan het worden zijn.
-India
-China

Achterblijvers
De armste landen
Veel landen in Afrika:
-Nigeria
-Somalie

Slide 11 - Diapositive

Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust
Deze landen zijn ontwikkeld en rijk.
Landen die rijk aan het worden zijn.
De armste landen.

Slide 12 - Question de remorquage

Beroepsbevolking
In welke drie groepen landen kun je de beroepsbevolking verdelen? 
  • landbouw
  • industrie
  • diensten

1. Hoe rijker een land is, hoe meer mensen er in de diensten werken.

2. Hoe armer een land is, hoe meer mensen er in landbouw de werken.


Slide 13 - Diapositive

Ongelijkheid
In Mexico wonen rijke mensen en hele arme mensen. Het verschil in welvaart tussen mensen noem je sociale ongelijkheid.

 De verschillen in inkomen tussen rijke en arme gebieden in een land noem je regionale ongelijkheid:
  • tussen de wijken van steden
  • tussen de steden en het platteland
  • tussen provincies 





Slide 14 - Diapositive

  • Wat: Basis: blz. 33 t/m 35 opdr. 1 t/m 5
  • Kader: blz. 36 t/m 38 opdr. 1 t/m 6
  • Hoe: zelfstandig
  • Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar: Maak de herhaling van 1.4 of de verdieping achteraan het hoofdstuk.
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Benoem wat de omstandigheden zijn in ontwikkelingslanden

Slide 16 - Question ouverte

Waaraan kun je zien dat een arm land rijker word?

Slide 17 - Question ouverte

Welke 3 groepen landen kun je onderscheiden?

Slide 18 - Question ouverte

Leg het verschil tussen regionale en sociale ongelijkheid uit.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • 1.4 deel 2
  • Zelfstandig werken
  • Terugblik

Slide 21 - Diapositive

Benoem wat de omstandigheden zijn in ontwikkelingslanden

Slide 22 - Question ouverte

Waaraan kun je zien dat een arm land rijker word?

Slide 23 - Question ouverte

Welke 3 groepen landen kun je onderscheiden?

Slide 24 - Question ouverte

Leg het verschil tussen regionale en sociale ongelijkheid uit.

Slide 25 - Question ouverte

  • Ontwikkelingslanden
  • Beroepsbevolking
  • Drie groepen beroepen
  • Ongelijkheid
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met beroepsbevolking.
  • Drie groepen beroepen indelen.
  • Grote ongelijkheid tussen rijke en arme mensen en rijke en arme gebieden benoemen.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

De beroepsbevolking werkt in 3 sectoren:

Slide 29 - Diapositive

Ongelijkheid
  1. Lees Twee soorten ongelijkheid op blz. 36.
  2. Wat is sociale ongelijkheid?
  3. Wat is regionale ongelijkheid? 

Slide 30 - Diapositive

  • Wat: Basis: blz. 36/37 opdr. 1 t/m 10
  • Kader: blz. 39 t/m 41 opdr. 7 t/m 11
  • Hoe: zelfstandig
  • Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar: Maak de herhaling van 1.4 of de verdieping achteraan het hoofdstuk.
timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Landbouw
Industrie
Diensten

Slide 32 - Question de remorquage