H5 Debat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Nederlands 22-2

Wat gaan we doen deze les?

1. Opstarten + controle aanwezigheid
2. Cijfers boekverslag
3. H5 Kijken en luisteren --> debat
4. Oefenen met argumenteren 

Cijfers boekverslag

Mohamed, Dina, Rachel --> niet ingeleverd

Santino --> verwerkingsopdracht niet gemaakt.

Boekverslag 2.0

Van de volgende leerlingen moet ik nog weten welk boek zij lezen voor het boekverslag 2.0:

Sumia

Imane

Santino

Roha

Cijfers boekverslag

Rayan, Scott, Yuneed --> niet ingeleverd/niet goede document

Opmerkelijkheden:

1. Er is veel plagiaat gepleegd 
2. Korte antwoorden gegeven, niet volledige informatie
3. Verwerkingsopdracht niet gemaakt of niet aan de eisen voldaan (minimaal 200 woorden)

Debat

Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling.

Bijvoorbeeld:

Iedereen die vanaf vandaag zijn rijbewijs haalt, mag alleen een elektrische auto kopen.

Een debat is niet hetzelfde als een discussie. De ene partij is voor de stelling en de andere partij is tegen. Beide partijen proberen het publiek of een jury met goede argumenten te overtuigen.

Argumenten

Met goede argumenten onderbouw je je mening of je standpunt.

Mening/standpunt: ik vind dat de school om 10:00 uur moet beginnen in plaats van 8:30 uur.

Slecht argument: omdat ik dat vind.

Goed argument voor: ik ben voor de stelling, omdat ik dan minder moe ben en dus beter kan opletten tijdens de les.

Goed argument tegen: ik ben tegen de stelling, omdat als de school later begint, we ook langer door moeten en ik wil graag mijn avond vrij hebben.

Opdracht

We gaan oefenen met het bedenken van argumenten.

In de volgende dia zie je een dilemma. Dit is een lastige situatie waarin je een keuze moet maken (ook al wil je dit niet altijd).

Maak je keuze en onderbouw je keuze met argumenten

1. Je hebt maar drie uur slaap nodig per nacht.
2. Je mag voor één keer een reis maken naar de maan.

Opdracht

Nu komen er een aantal stellingen die realistisch zijn. 

Je doet het volgende:

1. Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling
2. Geef goede argumenten waarom je eens of oneens bent. 

Schoolkantines moeten alleen gezonde snacks verkopen

Kinderen zijn beter af met een brede kring aan vrienden dan met één beste vriend of vriendin

Het bewust én onbewust verspreiden van fake-news moet strafbaar worden

Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan

Verzin nu zelf een stelling waarover we kunnen debatteren.