5.1 (1 t/m 3)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas!

Inhoud van de les

• Uitleg 5.1
• Maken opdracht 1 t/m 3
• Verder werken aan het ondernemingsplan

Leerdoelen 5.1

• Uitleggen wat een balans is, wat er allemaal op een balans staat, je kan de balans in categorieën indelen en balansposten ordenen.
  
• Uitleggen wat het verschil is tussen debet/activa en credit/passiva.
  
• Uitleggen wat het verschil is tussen vaste, vlottende en liquide activa.
  
• Uitleggen wat het verschil is tussen eigen vermogen, kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen.

Een bedrijf maakt vaak aan het begin van het jaar een balans: beginbalans/openingsbalans

In de loop van de tijd komen er veranderingen in de balans

Je koopt of verkoopt bijvoorbeeld een bezit, verkoopt je voorraad, sluit een lening af …..

Maar de balans blijft altijd in evenwicht!

Daarom moeten er altijd minimaal 2 balansposten veranderen!

Aan het einde van het jaar maak je dan met alle veranderingen weer een eindbalans

• Een bedrijf maakt vaak aan het begin van het jaar een balans: beginbalans/openingsbalans

• In de loop van de tijd komen er veranderingen in de balans: 

Je verkoopt bijvoorbeeld je voorraad of je sluit een lening af …..

Maar de balans blijft altijd in evenwicht!

Daarom moeten er altijd minimaal 2 balansposten veranderen!

• Aan het einde van het jaar maak je dan met alle veranderingen weer een eindbalans

Beantwoord deze vragen in tweetallen. Tijd: 5 minuten

Klaar? Laat het aan mij zien! Dan mag je verder aan het huiswerk

1. Gaat een balans over een periode of een bepaald moment?
2. Wat staat er op de linkerkant van de balans?
3. Welke 3 categorieën zijn er aan de linkerkant?
4. Wat staat er op de rechterkant van de balans?
5. Welke 3 categorieën zijn er aan de rechterkant?
6. Wat houdt de inventaris in?
7. Wat houdt debiteuren in?
8. Als een bedrijf winst maakt, waar komt dat dan bij op de balans?
9. Kan er 1 ding op de balans veranderen? Waarom wel of niet?

Ga aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 3 van paragraaf 5.1

Klaar? Laat het aan mij zien.

Ga daarna verder met jullie ondernemingsplan

Tijd: Tot het eind van de les