Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wat weten we nog?
H4.1 t/m H4.3
Slide 1 - Diapositive
Sterre gaat naar de kapper, want ze wil ’s avonds naar de disco. Ze betaalt € 30,60 voor het wassen, knippen en föhnen van haar haren. Ze koopt bij de kapper nog een bus haarlak voor € 12,30. De entree van de disco kost € 10 en ze geeft die avond € 15 uit aan consumpties. Na afloop van de avond gaat ze met de trein naar huis. Ze betaalt hiervoor € 1,60. Bereken het bedrag dat ze voor diensten heeft betaald met deze uitgaven. Schrijf je berekening op.
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Question ouverte
Niels koopt voor zichzelf Dieseljeans. Hij heeft alle bekende merken jeans en een paar onbekende merken gepast. Er waren goedkope bij en dure, modieuze en ouderwetse en extra sterke jeans. Maar hij koos Dieseljeans, want die staan hem het beste, vindt hij. Kies waarop hij bij de aankoop van jeans let
A
de gebruiksmogelijkheden van jeans
B
de prijs van jeans
C
de smaak van anderen
D
zijn eigen smaak
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Question ouverte
Bekijk het lijndiagram. De getrokken lijn ligt boven de stippellijn. Geef hier een verklaring voor.
Slide 6 - Question ouverte
Alle vragen goed?
Goed gedaan! Je beheerst de stof uitstekend!
Aantal vragen fout (>2)?
Niet getreurd, kijk nog eens naar de leertekst en maak eens een "versterk jezelf" in de digitale methode, je word vanzelf beter!
Slide 7 - Diapositive
H4 §4
De wintersportbeurs
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Vraag en aanbod
Aanbod = alles wat producenten (bedrijven) aanbieden
Vraag = alles wat consumenten (kopers) willen hebben
let op, in beide gevallen is dit meervoud dus geldt het totale!!
Slide 10 - Diapositive
Vraag en aanbod
Wanneer vraag en aanbod samenkomen noemen we dat de markt.
In dit plaatje zie je de markt van skipakken op de wintersportbeurs. Kijk goed naar deze afbeelding voordat je verder gaat.
Slide 11 - Diapositive
Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €100,- ?
A
100
B
300
C
900
Slide 12 - Quiz
Hoeveel skipakken worden er gevraagd bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
900
Slide 13 - Quiz
Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €300,- ?
A
100
B
300
C
900
Slide 14 - Quiz
Hoeveel skipakken worden er aangeboden bij een prijs van €900,- ?
A
100
B
300
C
700
D
900
Slide 15 - Quiz
Vraag en aanbod
Vraag naar producten ↓ = prijs ↓
Vraag naar producten ↑ = prijs ↑
Aanbod van producten ↓ = prijs ↑
Aanbod van producten ↑ = prijs ↓
Slide 16 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
Slide 17 - Diapositive
Een evenwichtsprijs ontstaat wanneer ...
A
er meer aanbod is dan vraag.
B
de producent tevreden is met de verkoopprijs.
C
er meer vraag is dan aanbod.
D
vraag en aanbod gelijk zijn aan elkaar.
Slide 18 - Quiz
Geef aan of er sprake is van vraag of aanbod ?
"Je oude laptop is te traag geworden en je gaat een nieuwe kopen"
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 19 - Quiz
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 8 van H4.4 in de online methode/boek