Woordenschat H3 - deel 2

Welkom!
Pak je leesboek niet.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je leesboek niet.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Woordenschat H3 afronden

Slide 2 - Diapositive

Woordenschat H3
Een voorbeeld zoeken

Slide 3 - Diapositive

Wat is ook alweer een woordraadstrategie?

Slide 4 - Diapositive

Woordraadstrategie
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren de betekenis 'raden'.
  • Eerder gehad:

- synoniem

- omschrijving

Slide 5 - Diapositive

Een voorbeeld zoeken
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 van H3 Woordenschat. 

We bespreken de opdracht klassikaal. 

Slide 9 - Diapositive

1/2 1 ongemanierdheid – jezelf krabben, je neus snuiten
2 romans – verhaal over Walewein en verhaal over Ferguut
3 deugden – zelfbeheersing, beleefdheid
4 gulzig – grote porties opscheppen, grote happen nemen, snel eten
5 onbeschaafd – iemand onderbreken, met een volle mond of hard en met veel gebaren spreken, onmatig zijn met drank
6 tafelschikking – De gasten werden op volgorde van belangrijkheid aan tafel geplaatst. Aan de tafel op een verhoging zaten de gastheer en de voornaamste gasten. Hoe rijker de gast, hoe dichter hij bij de gastheer zat. De minder voorname gasten zaten aan de andere tafels.
7 hiërarchisch – boven aan de sociale ladder had je de koning en de adel, onderaan boeren en bedienden. Binnen de adel bestonden ook nog eens verschillende rangordes.
8 bestek – vork, mes
9 gerechten – vlees- en vispasteien en stoofpotten
10 hygiënisch – voor en na elk gerecht je handen wassen met geurig waswater, vlees snijden met een zelf meegebracht mes

Slide 10 - Diapositive

1 ongemanierdheid: onfatsoenlijkheid
2 romans: verzonnen verhalen
3 deugden: goede eigenschappen
4 gulzig: veel en snel etend
5 onbeschaafd: ongemanierd
6 tafelschikking: plaatsing van personen tijdens een maaltijd
7 hiërarchisch: volgens een rangorde
8 bestek: eetgerei
9 gerechten: delen van een maaltijd; spijzen
10 hygiënisch: schoon; bevorderlijk voor de gezondheid

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Schrijf een verhaaltje of gedichtje met twee onzinwoorden. Uit de voorbeelden in de context moet duidelijk worden wat die woorden betekenen.

Je hebt 5 minuten. Ben je al eerder klaar? Maak dan alvast opdracht 5 en 6 van Woordenschat H3 (blz 87).
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld
Vandaag ben ik gelufud. Ik kreeg namelijk een berichtje dat ik geld moest overmaken, maar vervolgens werd er 50 euro van mijn rekening afgeschreven. Ik heb aangifte gedaan bij de politie. Ik had een slechte dag, want ik voel me vieveld. Zo ben ik vaak verdrietig en kan ik me goed concentreren. Hopelijk voel ik me morgen weer beter. 

Slide 13 - Diapositive

Wissel je verhaal met je buur
En probeer te raden wat diegene bedoelt met deze woorden.

Klaar? Ga dan verder met het huiswerk: opdracht 5 en 6 van Woordenschat H3. 

Slide 14 - Diapositive