Natuurkunde mondeling

Natuurkunde mondeling

Hoofdstukken: 1-2-3-4-8
De antwoorden kun je na het invullen van de vraag direct zien, als je twijfelt of het net wel of net niet goed is maak dan een lijstje met die vragen en stuur ze naar Robin ;)
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Natuurkunde mondeling

Hoofdstukken: 1-2-3-4-8
De antwoorden kun je na het invullen van de vraag direct zien, als je twijfelt of het net wel of net niet goed is maak dan een lijstje met die vragen en stuur ze naar Robin ;)

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil bij het gebruik van significantie tussen Vermenigvuldigen of delen én optellen of aftrekken?

Slide 2 - Question ouverte

wanneer gebruik je een raaklijn?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de afgelegde afstand en verplaatsing?

Slide 4 - Question ouverte

Als ik een bekertje gevuld met water een duw geef met mijn vinger gaat deze een stukje vooruit. Hoe zorg ik ervoor dat het bekertje met water verder glijdt als ik met dezelfde kracht van mijn vinger tegen het bekertje water duw?

Slide 5 - Question ouverte

Als ik een papieren vliegtuigje gooi door de lucht zal deze uiteindelijk afremmen en neerstorten op de grond. Waarom stort het vliegtuigje na enige tijd op de grond?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn scalaire grootheden?

Slide 7 - Question ouverte

Als je een punt hebt waar twee vectoren uit lopen in verschillende richtingen, hoe zorg je dan voor één resulterende kracht?

Slide 8 - Question ouverte

Als je twee vectoren loodrecht vanaf een punt op elkaar hebt staan welke methode gebruik je dan?

Slide 9 - Question ouverte

Als er een blokje op een helling ligt en je weet de massa en de hoek, hoe bereken je dan de parallellkracht en de loodrechte kracht?

Slide 10 - Question ouverte

Als ik een dik boek op een tafel leg dan werkt er een kracht op het boek naar beneden door de zwaartekracht. Leg uit waarom het boek niet door de tafel heen zakt.

Slide 11 - Question ouverte

Noem de reden waardoor ik met een aanloopje door de schoolgang ren en en stukje doorglij maar als ik dat doe op een ijsbaan ik een heel stuk door glij

Slide 12 - Question ouverte

Als ik een blokje zijwaarts duw dan is de formule voor arbeid verschillend als ik het blokje zou optillen, waarom?

Slide 13 - Question ouverte

De arbeid van een kracht die constant is, kun je bepalen door de oppervlakte van het F,s - diagram te bepalen. Als F maar in de richting van s werkt.
Is deze bewering juist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de wet van behoud van energie nou eigenlijk?

Slide 15 - Question ouverte

Een achtbaan wordt op een speciaal veersysteem afgeschoten, gaat omhoog maakt een paar loopings en is uiteindelijk weer beneden. Noem drie energieformules die hierin worden gebruikt.

Slide 16 - Question ouverte

wat is rendement? En wat betekent het als een lamp een hoog/ groot rendement heeft?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is vermogen eigenlijk?

Slide 18 - Question ouverte

wat is de lading van een elektron?

Slide 19 - Question ouverte

Wat zal er gebeuren als ik de polen van een spanningsbron direct met elkaar verbind (dus een draad in een keer van plus naar min)?

Slide 20 - Question ouverte

Geef de formule die je gebruikt in de wet van Ohm.

Slide 21 - Question ouverte

Als ik in een Serieschakeling met alleen een weerstand de weerstand wil verhogen op welke manieren kun je dat dan doen?

Slide 22 - Question ouverte

wat is geleidbaarheid?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een Ohmse weerstand en een niet-ohmse weerstand?

Slide 24 - Question ouverte

Welke rol spelen valentie elektronen als er door een draad stroom loopt?

Slide 25 - Question ouverte

Als er een draad van de straat naar lokaal 304 toe loopt heeft deze draad een aardig grote weerstand. Hoe zou je deze weerstand kunnen verkleinen?

Slide 26 - Question ouverte

Noem de regels van de totale spanning, weerstand en stroomsterkte die je gebruikt in een parallel en serieschakeling.

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de functie van een Led en een diode?

Slide 28 - Question ouverte

Wat zijn een: PTC, NTC en LDR nou eigenlijk?

Slide 29 - Question ouverte

Wat zijn de functies van een zekering en een aardlekschakelaar

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een radiaal en een homogeen elektrisch veld?

Slide 31 - Question ouverte

De elektrische veldsterkte is gelijk aan de spanning per afstand.
A
waar
B
onwaar
C
D
onjuist

Slide 32 - Quiz

Wat is de elektronvolt?

Slide 33 - Question ouverte

Hoe lopen de veldlijnen van een magneet?
A
Zuid naar noord
B
Noord naar zuid

Slide 34 - Quiz

Leg de rechter en linkerhand regel uit.

Slide 35 - Question ouverte

Hoe zorgt de lorentzkracht voor het draaien van een draadarm in een elektromotor?

Slide 36 - Question ouverte

Wat is de magnetische flux?

Slide 37 - Question ouverte

Vlastuin is de inductie spanning aan het berekenen van zijn fietsdynamo. Hij gebruikt deze formule:
Uind= dflux/ dt
Wat ziet meneer Vlastuin over het hoofd?

Slide 38 - Question ouverte

Als ik een ballon over mijn hoofd heen wrijf krijgt deze een lading. Als ik papiersnippertjes op de tafel leg en er met de ballon overheen beweeg worden ze aangetrokken terwijl de snippertjes neutraal zijn. Hoe kan dat?

Slide 39 - Question ouverte

EINDE

Slide 40 - Question ouverte