Humor, woordenschat en schrijfopdracht leesboek

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
  • Begin met NUMO in STILTE
Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
  • Begin met NUMO in STILTE
Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D (E,) F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, B, C, D, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 14-19 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Numo (al gedaan)
  • Woordenschat
  • Humor als stijlmiddel
  • Schrijfopdracht leesboek
  • Tijd over? Lezen leesboek

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen les
  1. Je kent het verschil tussen ironie, sarcasme en cynisme.
  2. Je hebt met NUMO gewerkt
  3. Je hebt een schrijfopdracht over je leesboek gemaakt.
  4. Je hebt je woordenschat vergroot
  5. Gelezen in je leesboek


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat: hoe weet je wat de betekenis van een woord is? Hoe doe je dat? Schrijf twee manieren op.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een synoniem voor dit woord?
ambitieus

timer
0:20
A
onopzettelijk
B
goed begrijpen
C
verstandig
D
ijverig

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze krant is van vorige week, dus wat erin staat, is niet ACTUEEL.

A
standaard, populair
B
doeltreffend
C
van dit moment
D
feitelijk

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen wilde een feest, maar niemand nam het
INITIATIEF om het te organiseren.
A
Proef om iets uit te proberen
B
Eerste stap
C
Onder controle houden, tegenhouden
D
Doen ontstaan, voortbrengen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

pseudoniem
A
allergische reactie
B
schuilnaam
C
een andere betekenis
D
een psycholoog

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wederhoor
A
reactie
B
slecht luisteren
C
luisteren naar de tegenpartij
D
negeren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

lucratief
A
vindingrijk
B
waar je geld mee verdient
C
praktisch
D
bruikbaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht leesboek - inleveren
- Schrijf de titel, de schrijver en je naam op
- Schrijf op waarom je voor het boek hebt gekozen 
- Schrijf wat biografische informatie op van de schrijver
- Schrijf op waar het boek over gaat
- Niet meer dan een half A4 - Kijk elkaars werk na - Staat alles erin?
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 vormen van spot:
Kritiek wordt op een grappige manier verpakt door:
  1. Ironie
  2. Sarcasme
  3. Cynisme
Deze vormen van spot zijn moeilijker te begrijpen op papier dan in spraak. 
Deze moet je kennen, maak dus aantekeningen!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Ironie 
  • Milde vorm van spot
  • Tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt

Voorbeeld: 
"Goh, wat een lekker weer!" > voor als het slecht weer is. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ironie

"goh, wat een lekker weer"

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Sarcasme
  • Bijtende vorm van spot die bedoeld is om te kwetsen
  • Vriendelijk = ironisch, Negatief = sarcastisch 

Voorbeeld: 
  • "Jij hebt goed geleerd!" > een medeleerling heeft niet zo'n goed cijfer. 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Spot die bedoeld is om te kwetsen.
Verschil met ironie is vaak de toon:
"Jij hebt goed geleerd!"
 Sarcasme

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Cynisme
  • Is breder dan sarcasme 
  • Spottende en neerbuigende houding over de mensheid en de wereld 
  • Geen vertrouwen en een negatieve kijk op de wereld 
Voorbeeld: 
  • Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal leugenaars, die politici!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cynisme
neerbuigende houding t.o.v. de mensheid en de wereld
(bitter/koud/ongevoelig)
breder (groter) dan sarcasme

Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal leugenaars, die politici! 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenboek pg 81
Maak opdracht 7 en 10. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Daarna bespreken

timer
8:00

Slide 21 - Diapositive

tot hier met C
Opdracht 7
  • a Ironie is niet kwetsend bedoeld; sarcasme juist wel.
  • b Ironie en sarcasme kun je vooral herkennen door de toon waarop iemand iets zegt. In geschreven teksten zijn ironie en sarcasme dus lastig te ontdekken, aangezien de toon daar ontbreekt.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 10
  • Sarcasme heeft te maken met een specifieke situatie waarover of persoon over wie je iets wilt zeggen. Cynisme is breder, omdat het een houding is die iemand heeft over de mensheid en de wereld om zich heen.

Slide 23 - Diapositive

T/m hier met B en A
Leerdoelen les
  1. Je kent het verschil tussen ironie, sarcasme en cynisme.
  2. Je hebt met NUMO gewerkt
  3. Je hebt een schrijfopdracht over je leesboek gemaakt.
  4. Je hebt je woordenschat vergroot
  5. Gelezen in je leesboek


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belangrijkste wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions