2E MIttwoch, den 4. Oktober 2023 Kapitel 1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 1: ICH

Mittwoch, den 4. Oktober 2023

• Willkommen
• Ziele
• Aussprache
  
• Sprachmittel
• Test Dienstag, den 17. Oktober 2023
• Aufgaben Woche 40
• Zum Schluss

Ziele Stunde:

• Du kannst das Verb sein anwenden.
• Du weißt wie man Vokale ausspricht auf Deutsch.
• Du kannst dich vorstellen auf Deutsch.

Aussprache     Seite 20

• Wie spricht man Buchstaben auf Deutsch aus?
• Lass uns üben!

Aussprache     Seiten 20-21

• Aufgabe 14: Wörter Buchstabieren
  
• Aufgabe 15: Aussprache
• Aufabe 16: Wörter nachsprechen
• Aufgabe 17: Wörter aussprechen

Sprachmittel   Seiten 22 + 27

• Bausteine
• Lernliste
• Worauf sollen wir achten?

Sprachmittel   Seiten 22 + 27

Beantworte die Frage auf Deutsch! Schreibe in den Heft!

• Waar kom je vandaan?
• Hoe oud ben je?
• Wat is jouw adres?

Sprachmittel   Seiten 22 + 27

Bilde einen Satz mit diesen Wörtern! Schreibe in den Heft!

(werkwoorden nog in juiste vorm zetten)

• Oostenrijk - wonen
• twintig - jaar oud
• in Nederland - zijn

Test Dienstag, den 17. Oktober 2023

Lernliste B Wortschatz NLD -> Duits     Seite 26

Lernliste A Sehen + C Lesen  Duits -> NLD    Seite 26

Grammatik (werkwoord sein) Seite 27

Sprachmittel Seiten 22 + 27 + aantekeningen

• Je kunt antwoord geven op een vraag in het Duits.
  
• Je kunt vertellen over jezelf in het Duits.

Hausaufgaben Woche 40

L   Lernliste Seite 26  helemaal + online Slim Stampen

L   Grammatik Seite 27 (werkwoord sein)

L   Sprachmittel Seiten 22 + 27 (D->NL + NL-> D)

M Aufgaben 1 t/m 3 Seiten 172-173

(Wiederholung 1)

Zum Schluss:

Lernliste prüfen!

1. Bitte achte auf!!! (Let op!!!)
2. Ga in toets opstelling staan (schuif de tafels een stukje uit elkaar).
3. Luister goed of je in rij A of B zit!
4. Je schrijft de antwoorden op een blaadje, zet je naam er boven met achternaam en schrijf op welke rij je moest maken: rij A of B.
5. Blaadjes worden opgehaald.
6. Blaadjes worden ingeleverd. Docent kijkt na.
   
7. Tafels netjes terugzetten.

Rij A:

1. oud
2. Oostenrijk
3. de straten
4. waar
5. vijf
6. zeventien
7. twintig
8. schön
9. die Leute
10. oft 

Rij B:

1. een
2. achttien
3. waarvandaan
4. Nederland
5. het e-mailadres
6.  twaalf
7. heten
8. de namen
9. het jaar
10. hoe

Jede Deutsstunde dabei!

Arbeitsbuch                                   Heft                            ein gefülltes Etui

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?

Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)

• Seite 191 Arbeitsbuch A
• www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
• www.interglot.nl
• www.mijnwoordenboek.nl
• vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Wie lernt man Wörter?

Stappenplan 1:   Doel: Je kunt de woorden vertalen zonder fouten te maken.

1. Lees de woorden een aantal keren goed door.
2. Lees de woorden daarna luid op.
3. Dek nu het rechterrijtje van de Lernliste af.
4. Dek de woordjes opnieuw af en leer de woorden in verschillende volgordes.
5. Extra oefenmateriaal: Slim Stampen, StudyGo, Quizlet. Slim Stampen => SOM-Leermiddelen Duits-Juiste Kapitel aanklikken  => klik op 'kies'-oefeningen

Stappenplan 2:  Doel: Je kunt de woorden foutloos schrijven in het Duits.

1. Wanneer je de woorden goed kunt vertalen => Dek nu het rechterrijtje van de Lernliste af en ga ze nu opschrijven.
2. Ieder fout geschreven woord minimaal 7 keer overschrijven en steeds herhalen bij de volgende keer dat je leert!!
3. Extra oefenmateriaal: Slim Stampen, StudyGo, Quizlet. Slim Stampen => SOM-Leermiddelen Duits-Juiste Kapitel aanklikken => klik op 'invul'-oefeningen