2HV Hoofdstuk 3.3: Marktvormen

Economie 2HV
Hoofdstuk 3.3: Hoe werkt de markt?

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie 2HV
Hoofdstuk 3.3: Hoe werkt de markt?

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Leerdoelen paragraaf 3
  • Uitleg paragraaf 3
  • Quizvragen
  • Aan de slag
  • Leerdoelen paragraaf 3
  • Afronding

Slide 2 - Diapositive

Filmpje: 
'De horeca mag weer open, maar hoe?'

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Denk jij dat het goed is voor de economie om de horeca weer open te stellen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat denk je dat er gebeurd is met de vraag naar werknemers in de horecasector? Is deze gedaald of gestegen?

Slide 6 - Question ouverte

Paragraaf 3.3
Je hebt vast weleens gehoord van het spel Monopoly. 

Doel van dit spel is om zo veel mogelijk straten in handen te krijgen en alleenheerser te worden. Dat heet een monopolie. 

Een monopolie is een voorbeeld van een marktvorm.

Slide 7 - Diapositive

Wat kenmerkt een marktvorm?
  • Type product: homogeen of heterogeen?
  • Het aantal aanbieders: veel of weinig?


Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf 3
  • Je kunt met voorbeelden aangeven wat het verschil is tussen een homogeen en heterogeen product.
  • Je kunt uitleggen wat een perfect werkende markt is.
  • Je kunt verschillen benoemen tussen de verschillende marktvormen. 
  • Je kunt uitleggen hoe bedrijven concurreren op een oligopolistische markt. 

Slide 9 - Diapositive

Homogene goederen
Producten die niet verschillen in de ogen van de consument.
Voorbeelden homogene producten: tomaten en ruwe olie.

Slide 10 - Diapositive

Heterogene goederen
Producten die wel verschillen in de ogen van de consument.
Voorbeelden homogene producten: smartphones, laptops, kleding.

Slide 11 - Diapositive

Monopolie
  • Eén aanbieder van een product/dienst.
  • Moeilijke toetreding tot de markt, door hoge investeringen.
  • Soms een alleenrecht tot produceren, door een patent.     (denk aan bepaalde uitgevonden medicijnen)

Slide 12 - Diapositive

Oligopolie
  • Twee of enkele aanbieders van een product.
  • Moeilijke toetreding tot de markt.
  • Heterogeen of homogeen oligopolie.

Slide 13 - Diapositive

Oligopolie (2)
Aanbieders kunnen elkaars prijzen in de gaten houden.

Samenwerken:
De prijs kunstmatig hoog te houden heet kartelvorming. Dit is bij de wet verboden!

Concurrentie:
Doorvoeren van prijsverlagingen leidt tot een prijzenoorlog. Aanbieders willen zo een groter marktaandeel (groter worden)

Slide 14 - Diapositive

Oligopolie (3)
Heineken - Bavaria kartel
AH - Jumbo prijzenoorlog

Slide 15 - Diapositive

Monopolistische concurrentie
  • Veel aanbieders
  • Heterogeen product
  • Iedere aanbieder wijkt een klein beetje af van elkaar

Slide 16 - Diapositive

Volkomen concurrentie
  • Veel aanbieders
  • Homogeen product (exact dezelfde producten)
  • Transparante markt (volledige informatie over prijzen)
  • Toetreding en uittreding makkelijk
  • Zowel vragers als aanbieders hebben geen invloed op de prijs.
  • Hoeveelheids-aanpasser

Slide 17 - Diapositive

Samenvatting

Slide 18 - Diapositive

De marktvorm monopolistische concurrentie is een heterogene markt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Een kartel is een voorbeeld van een prijzenoorlog.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Leg uit waarom kartels bij wet verboden zijn. (vraag 36 uit het boek)

Slide 21 - Question ouverte

Anne twijfelt tussen de aankoop van de Iphone 6 en de Samsung Galaxy 6. Ze zegt dat ze beiden hele andere specificaties hebben.

Gaat het hier om een homogeen of heterogeen goed?
A
Heterogeen
B
Homogeen

Slide 22 - Quiz

Aan de slag (tevens huiswerk)
  • Opgave 29 t/m 38 (32 niet).
  • Blijf in Zoom en stel vragen!
  • Je maakt de opgaven zelfstandig.
timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf 3
  • Je kunt met voorbeelden aangeven wat het verschil is tussen een homogeen en heterogeen product.
  • Je kunt uitleggen wat een perfect werkende markt is.
  • Je kunt verschillen benoemen tussen de verschillende marktvormen. 
  • Je kunt uitleggen hoe bedrijven concurreren op een oligopolistische markt. 

Slide 24 - Diapositive