Week 8 klas 3

Pragramme
Plan for the coming weeks
Herhaling grammar
Group task and presentation
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Pragramme
Plan for the coming weeks
Herhaling grammar
Group task and presentation

Slide 1 - Diapositive

This week
This week: Recap grammar, group task and presentation
Next week: mock test and test chapter 1

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je de Gerund?
a Als onderwerp:   Swimming is fun
b Na voorzetsels (about, in, off, at, of, without, by, before):
   He left without paying
c Na bepaalde uitdrukkingen (it's no use, it's no good, can't help, can’t stand)
   It's no use arguing
d Na de werkwoorden:  give up, go on, mind, fancy, finish, quit, suggest.  
    I enjoy going to the seaside

Slide 3 - Diapositive

Gerund
Je gebruikt de gerund ook na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We don't prefer kayaking over canoeing.

Slide 4 - Diapositive

to-infinitive
In alle andere gevallen gebruik je een zogeheten infinitief (to + hele werkwoord) na de genoemde werkwoorden like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop:
I would love to swim.
He hates to tell you it won't happen.

Slide 5 - Diapositive

Verschil in betekenis: Remember

Als je na het werkwoord remember een gerund gebruikt, verwijs je naar het verleden. Gebruik je een infinitive, dan moet het nog gebeuren.
Remember fishing on the lake, those were good times!
Remember to walk the dog when you get home.






  I clearly remember telling him this. 
Ik herinner me nog duidelijk dat ik hem dit heb verteld.
 I must remember to phone him. 
Ik moet niet vergeten hem nog bellen.

Slide 6 - Diapositive

Geen verschil betekenis
Infinitive

specifieke gebeurtenis
I hate to ask you, but could you help me?
I would love to come with you.
I would like to dance now
She prefers to stay at home tonight.

geen verschil betekenis
Gerund

Algemene boodschap
I hate doing the dishes

He loves going to the cinema.
I like reading very much 
She prefers drawing to reading. 

Slide 7 - Diapositive

Tag questions ('aangeplakte vragen')
Hoe vorm je nou de tag questions?

1.  Kijk of er in de zin voor de komma een hulpwerkwoord staat.
Ja? –> herhaal het hulpwerkwoord in de tag
Nee? –> gebruik do/does/did in plaats van het werkwoord voor de komma. Let hierbij goed op de tijd waarin de zin voor de komma staat. Tegenwoordige tijd: do/does, verleden tijd: did

Slide 8 - Diapositive

Tag questions ('aangeplakte vragen')
Positieve hoofdzin? Negatieve tag questions
You can speak English, can't you?
                                       -

Negatieve hoofdzin? Positieve tag questions
He wasn't late, was he?
-                           +

Slide 9 - Diapositive

Any, some, no
--people
--things
--places

Slide 10 - Diapositive

What to learn for the test:
Vocabulary, stones, grammar
pages  72-75

Slide 11 - Diapositive

Group task
Sterre 
Keet
Noor
Lize
Evi
Nina
Merel
Akeelah
Jayden
Mees
Thijmen
Thijmen
Bram
Max
Maurits
Meriam
Jade
Sam-Sophie
Naomie
Groups
Work on your group task. 
Olivier
Pieter
Jeroen 

Slide 12 - Diapositive