Politiek Les 1 Het parlement

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Wie is wie
  • Actualiteiten
  • Het parlement 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
*Na deze les kan je globaal benoemen wie wie is in de politiek

*Na deze les kun je in eigen woorden uitleggen wat Het Parlement is.

* Na deze les kun je de taken en rechten van het parlement benoemen.

* Na deze les kan je uitleggen hoe de eerste en tweede kamer gekozen worden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Wie is Wie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mark Rutte
Minister de Jonge van Volksgezondheid
Sigrid Kaag D66
Minister van buitenlandse zaken

Minister Slob van Onderwijs
Minister Hoekstra van Financiën

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De koning kan stemmen over nieuwe wetten
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Onjuist
De koning heeft geen macht, hij tekent voor een wet. De regering heeft de uiteindelijke stem.
Wie is de minister van financiën
A
Hugo de Jonge
B
Wopke Hoekstra
C
Ank Bijleveld
D
Mark Rutte

Slide 7 - Quiz

Wopke Hoekstra

Misschien wist je het nog van vorige week toen je de foto's naar de juiste naam moest slepen?
Zet het juiste ministerie bij de maatregel
sociale zaken en werkgelegenheid
Veiligheid en justitie
Economische zaken
Infrastructuur en Milieu
Buitenlandse zaken

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het parlement
De volksvertegenwoordiging in een democratie noemt men een ‘parlement’. In Nederland heet het parlement de Staten-Generaal. De Staten-Generaal bestaat uit twee kamers: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden heeft de Tweede Kamer meer rechten dan de Eerste Kamer

Slide 10 - Diapositive

De volksvertegenwoordiging in een democratie noemt men een ‘parlement’. In Nederland heet het parlement de Staten-Generaal. De Staten-Generaal bestaat uit twee kamers: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Anders dan de naam misschien doet vermoeden heeft de Tweede Kamer meer rechten dan de Eerste Kamer.

Begrippen
Volksvertegenwoordiger: iemand die door de bevolking is gekozen om namens hen politieke beslissingen te nemen.

Eerste kamer: Groep van 75 volksvertegenwoordigers die stemmen over nieuwe wetten.

Tweede kamer: Groep van 150 volksvertegenwoordigers die voorstellen voor wetten doen, stemmen over nieuwe wetten en de regering controleren.

Parlement: de Eerste Kamer en Tweede Kamer samen.


Het parlement

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerste kamer
  • Worden gekozen door leden van de provinciale staten 
  • 75 eerste Kamerleden (senatoren)
  • 1x in de week bijeen. Ze krijgen hier een kostenvergoeding voor.

Slide 12 - Diapositive

Eerste Kamer – gekozen door de Provinciale Staten
De Eerste Kamer (of de Senaat) wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten, binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. We noemen dit ‘getrapte’ verkiezingen. Deze verkiezingen vinden om de vier jaar plaats. Er zijn 75 Eerste Kamerleden, ook wel senatoren genoemd. De leden van de Eerste Kamer hebben gewoonlijk naast het Kamerlidmaatschap een andere baan. De Eerste Kamer komt één maal per week bijeen, meestal op dinsdag. Voor hun werk in de Eerste Kamer krijgen de leden een vergoeding en een onkostenvergoeding.
Misschien ken je Annemarie Joritsma (VVD lid en tot 2015 burgemeester van Almere) en Paul Rosenmöler (fractievoorzitter tot 2002 van Groen links en zit in de VO-raad)

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tweede kamer
  • Volksvertegenwoordigers
  • Komen 3x in de week bijeen
  • Fractie: elke partij heeft een eigen partij

Slide 14 - Diapositive

Tweede Kamer – gekozen volksvertegenwoordigers
De Tweede Kamer telt 150 leden, die rechtstreeks door Nederlandse burgers worden gekozen. Ook deze verkiezingen vinden om de vier jaar plaats, tenzij het kabinet valt en er vervroegde verkiezingen worden uitgeschreven.
  • De Tweede Kamer komt drie maal per week bijeen, op dinsdag, woensdag en donderdag. De leden van de Tweede Kamer hebben aan hun Kamerlidmaatschap een volledige baan. Zij ontvangen daarom een salaris.
  • Het werk van de Kamerleden is zwaar. Ze kunnen niet alles in hun eentje doen. Daarom heeft elke fractie een fractiebureau met medewerkers. Zij ondersteunen het werk van de Kamerleden.
  • Hoe de Tweede Kamer werkt, wordt geregeld in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. Kamerleden van één partij vormen samen een fractie. De leider van een fractie wordt fractieleider of fractievoorzitter genoemd. Elke fractie regelt haar eigen werkwijze. Kamerleden van de grotere fracties zijn vaak specialisten op een bepaald beleidsgebied: ze houden zich bijvoorbeeld (bijna) alleen bezig met buitenlands beleid, met onderwijs of met landbouwbeleid. Grote fracties kennen per beleidsterrein aparte fractiecommissies. De specialisten van de fractie op dat terrein bereiden daar partijstandpunten en het optreden van de fractie voor. Kamerleden van kleine partijen kunnen zich natuurlijk veel minder specialiseren: die moeten op meerdere terreinen thuis zijn.



Taken van het parlement
  • Wetten maken
  • Regering controleren
  • Kiezers vertegenwoordigen

Slide 15 - Diapositive

Taken van het parlement
Het parlement heeft drie belangrijke taken:
  • Het parlement maakt samen met de regering wetten. Hieronder gaan we uitvoerig in op de gang van zaken bij wetgeving.
  • Het parlement controleert de regering namens het Nederlandse volk bij de uitvoering van wetten en bij alle andere activiteiten. 
  • Het parlement vertegenwoordigt de kiezers: parlementsleden moeten contact met de kiezers houden en de ‘volkswil’ in het overheidsbeleid tot uitdrukking brengen. 
Het parlement kan die taken uitoefenen omdat ministers volgens de grondwet verantwoording verschuldigd zijn aan het parlement. Ministers kunnen alleen aanblijven als ze het vertrouwen genieten van de meerderheid van de Tweede en Eerste Kamer. Als een meerderheid in een van de Kamers het vertrouwen in een minister of in het hele kabinet opzegt, dan moet die minister of het hele kabinet opstappen. 
Vak K (kabinet)
Op deze plek zit de minster president en zijn ministers. Wanneer er vragen door de tweede kamer worden gesteld gaat de betreffende minister bij de microfoon staan en spreekt de kamerleden toe.
Interuptie microfoon
Vanaf deze plek mogen kamerleden vragen stellen aan de betreffende minister of de minister president.
Spreekgestoelte
Dit is de plek waar een kamerlid als woordvoerder namens zijn fractie het standpunt van zijn partij aan het kabinet en de kamer mag uitleggen. Als de woordvoerder zijn standpunt heeft uitgelegd krijgen de minister os staatssecretaris de kans om hierop te reageren. Gedurende het betoog kunnen de andere Kamerleden de spreker onderbreken. Dat doen ze via de interruptiemicrofoon en altijd via de voorzitter
Voorzitter
Op deze plek zit de voorzitter. Deze kan kamerleden of ministers terecht wijzen en zorgt ervoor dat vergaderingen soepel en volgens een agenda verlopen. 

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten van het parlement
  • Budgetrecht
  • Initiatiefrecht
  • Recht van Amendement
  • Onderzoek- en enquêterecht
  • Vragenrecht
  • Recht om moties in te dienen

Slide 17 - Diapositive

Rechten Eerste en Tweede Kamer
Om zijn controlerende en wetgevende taak goed te kunnen uitoefenen, heeft het parlement bepaalde rechten:
Budgetrecht
De Eerste en Tweede Kamer hebben het recht om de inkomsten en uitgaven van het Rijk te beoordelen en daarna te verwerpen of goed te keuren.
Initiatiefrecht
Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen indienen. De Eerste Kamer heeft dit recht niet.
Recht van amendement
Tweede Kamerleden hebben het recht om wetsvoorstellen aan te passen. De Eerste Kamer heeft dit recht niet.
Onderzoek- en enquêterecht
Het parlement kan, buiten het kabinet om, een parlementair onderzoek instellen naar een bepaalde kwestie. De zwaarste onderzoeksvorm is de parlementaire enquête. De Tweede Kamer verhoort dan getuigen onder ede.
Vragenrecht
Alle Kamerleden mogen een minister of staatssecretaris ter verantwoording roepen en (mondeling of schriftelijk) vragen stellen. Dit gebeurt bijvoorbeeld tijdens het wekelijkse vragenuurtje op dinsdagmiddag.
Recht om moties in te dienen
De Kamer mag een motie indienen. Dit betekent een uitspraak doen over een bepaald onderwerp. Het kabinet is niet verplicht een motie uit te voeren. Dit geldt niet voor een motie van wantrouwen. Hiermee zegt de Kamer het vertrouwen in een bewindspersoon (een minister of staatssecretaris) op. Die kan dan niets anders doen dan aftreden.
Lesdoelen - wie weet het?
*Na deze les kan je globaal benoemen wie wie is in de politiek

*Na deze les kun je in eigen woorden uitleggen wat Het Parlement is

* Na deze les kun je de taken en rechten van het parlement benoemen

* Na deze les kan je uitleggen hoe de eerste en tweede kamer gekozen worden

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions