Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
comment ça va aujourd'hui?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Sondage
oefenSO ch7
GOED OM TE WETEN:
oefenSO over chapitre 7 bronnen ABCD
de formatieveSO zou je moeten halen
de leerlingen die de oefentoets niet halen kunnen een afspraak maken om extra uitleg te krijgen
Slide 2 - Diapositive
waar gaat chapitre 7 ABCD over?
bron A: vocabulaire - page 118
bron B: vocabulaire - pages 118
bron C: phrases-clés - pages 98
bron D: gram het werkwoord être in présent + passé composé - pages 100-101
thema: Envie de sortir?
Slide 3 - Diapositive
START OEFENSO
bonne chance
Slide 4 - Diapositive
exercice 1A traduis les mots - 10 questions (5 points)
Ik ken woorden die te maken hebben
met feesten en uitgaan
Slide 5 - Diapositive
1. traduis l'immeuble
Slide 6 - Question ouverte
2. traduis doorbrengen
Slide 7 - Question ouverte
3. traduis rigoler
Slide 8 - Question ouverte
4. traduis de vriendschap
Slide 9 - Question ouverte
5. traduis ennuyeux, ennuyeuse
Slide 10 - Question ouverte
6. traduis ik zorg voor
Slide 11 - Question ouverte
7. traduis comme
Slide 12 - Question ouverte
8. traduis de toeschouwer
Slide 13 - Question ouverte
9. traduis jouer de la batterie
Slide 14 - Question ouverte
10. traduis ik heb (de) tijd
Slide 15 - Question ouverte
exercice 2- 6 questions (6 points)
remplis le verbe être au présent | passé composé
Ik ken het werkwoord être
in de présent en in de passé composé
Slide 16 - Diapositive
1. remplis le verbe être au présent
Vous _____________ où?
Slide 17 - Question ouverte
2. remplis le verbe aller au passé composé
Jacques et moi, nous __________ _________ au cinéma.
Slide 18 - Question ouverte
3. remplis le verbe être au présent
Je _____________ en quatrième du collège.
Slide 19 - Question ouverte
4. remplis le verbe rester au passé composé
Mes parents __________ _________ à la maison.
Slide 20 - Question ouverte
5. remplis le verbe être au présent
Tu _____________ grand et fort.
Slide 21 - Question ouverte
6. remplis le verbe aller au passé composé
Et ta copine, elle __________ _________ au cinéma avec toi?
Slide 22 - Question ouverte
exercice 3 - 1 question (10 points)
écris 5 phrases
Ik kan vertellen wat ik in het weekend heb gedaan en ik kan vertellen wat ik het komend weekend ga doen
Slide 23 - Diapositive
écris
1 vertel wat afgelopen weekend hebt gedaan | 2 vertel hoe het was | 3 vertel wat je komend weekend ga doen | 4 met wie je dat gaat doen | en wens iemand veel plezier
Slide 24 - Question ouverte
einde oefentoets hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Sondage
en nu tijd voor reflectie
beantwoord nog 5 vragen
Slide 26 - Diapositive
heb je extra uitleg nodig? zo ja, waarover?
A
hoe ik vocabulaire kan leren
B
verbe être
C
phrases-clés | écrire
D
niets, ik beheers het allemaal
Slide 27 - Quiz
Hoe heb je geleerd tot nu toe?
(over chapitre 7 ABCD)
Slide 28 - Question ouverte
Heb je de afgelopen weken de opdrachten chapitre 7 ABCD gemaakt?