Woordenschat het lichaam

Woordenschat het lichaam
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat het lichaam

Slide 1 - Diapositive

Welk lichaamsdeel is dit?
A
schouder
B
rug
C
buik
D
bil

Slide 2 - Quiz

Welk lichaamsdeel is dit?
A
voet
B
teen
C
arm
D
hiel

Slide 3 - Quiz

Welk lichaamsdeel is dit?
A
buik
B
rug
C
borst
D
schouder

Slide 4 - Quiz

Welk lichaamsdeel is dit?
A
elleboog
B
arm
C
hand
D
pols

Slide 5 - Quiz

Welk lichaamsdeel is dit?
A
knie
B
borst
C
bil
D
rug

Slide 6 - Quiz

de enkel
het been
de teen
de knie

Slide 7 - Question de remorquage

de arm
de vinger
de pols
de hand

Slide 8 - Question de remorquage

de voet
de schouder
de dij
de buik

Slide 9 - Question de remorquage

De voetzool is onder je voet.
waar
niet waar

Slide 10 - Sondage

De knie zit boven de enkel.
waar
niet waar

Slide 11 - Sondage

De elleboog zit aan het been.
waar
niet waar

Slide 12 - Sondage

De rug is achter de buik.
waar
niet waar

Slide 13 - Sondage

De schouder is boven de borst.
waar
niet waar

Slide 14 - Sondage

De bil zit onder de buik.
waar
niet waar

Slide 15 - Sondage

Wat zit aan de arm?
A
de enkel
B
de borst
C
de pols
D
de dij

Slide 16 - Quiz

Wat zit aan het been?
A
de hiel
B
de buik
C
de bil
D
de vinger

Slide 17 - Quiz

Wat zit aan de arm?
A
de rug
B
de elleboog
C
de knie
D
de teen

Slide 18 - Quiz

Wat zit aan het been?
A
de borst
B
de hand
C
de schouder
D
de dij

Slide 19 - Quiz

Wat zit niet aan het lichaam?
A
de voetzool
B
de knie
C
de sok
D
de enkel

Slide 20 - Quiz