Introductieles opdracht 1 film DISK

Introductie en doel van de les 
film

Dit hoofdstuk gaat over film

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Introductie en doel van de les 
film

Dit hoofdstuk gaat over film

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 1 - Diapositive

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 2 - Diapositive

de acteur
Een man die een rol in een film speelt
Johnny Depp is een beroemde acteur die in veel films speelt.

Slide 3 - Diapositive

de actrice
Een vrouw die een rol in een film speelt
Angelina Jolie is een beroemde actrice die in veel films speelt.

Slide 4 - Diapositive

de cirkel
een ronde gesloten lijn
De olympische vlag bestaat uit 5 cirkels.

Slide 5 - Diapositive

reserveren
een afspraak maken om iets te bewaren/boeken
Ik reserveer een tafel voor vier personen in het Turkse restaurant. 

Slide 6 - Diapositive

Maak een zin met
"reserveren".

Slide 7 - Question ouverte

het kaartje
een stuk papier waarmee je ergens naar binnen kunt
Wij hebben kaartjes voor het concert van Lady Gaga.
Ticket

Slide 8 - Diapositive

de rechthoek
van vier lijnen die in een hoek van 90 graden staan
Het digibord heeft de vorm van een rechthoek.

Slide 9 - Diapositive

Hoe noemen we een man die een rol speelt in een film? En wat is hier het meervoud van?

Slide 10 - Question ouverte

Waar heb je GEEN kaartje voor nodig?
A
Popconcert
B
Voetbalwedstrijd
C
Trein
D
Dokter

Slide 11 - Quiz

Noem iets met de vorm van een cirkel.

Slide 12 - Question ouverte

Noem iets met de vorm van een rechthoek.

Slide 13 - Question ouverte

het geweld 
agressie/slaan/schoppen
Het geweld is niet goed. 

Slide 14 - Diapositive

gelukkig - ongelukkig 
Mevrouw Nisa zegt: 'Ik ben heel gelukkig met mijn werk!'

Slide 15 - Diapositive

Wat is hetzelfde als "ongelukkig"?
A
Boos
B
Niet gezond
C
Gezond
D
depressief

Slide 16 - Quiz

Maak een zin met
"gelukkig".

Slide 17 - Question ouverte

de bioscoop
een gebouw waarin je films kunt kijken
Vanavond ga ik naar de bioscoop. De nieuwe film van James Bond draait daar.

Slide 18 - Diapositive

Maak een zin met
"vriendelijk".

Slide 19 - Question ouverte

het vierkant
figuur met vier rechte hoeken en vier rechte, even lange zijden
Wij hebben thuis een vierkante tafel.

Slide 20 - Diapositive

eerlijk
de waarheid zeggen, niet liegen
Gelukkig zijn mijn leerlingen altijd eerlijk tegen mij. 

Slide 21 - Diapositive

Maak een zin met
"eerlijk".

Slide 22 - Question ouverte

de driehoek
drie punten verbonden door drie rechte lijnen 
Bij pech gebruik je een gevarendriehoek.

Slide 23 - Diapositive

Noem iets met de vorm van een driehoek.

Slide 24 - Question ouverte

Wat is hetzelfde als "de wereld"?
A
Alle landen
B
De aarde
C
De ruimte
D
Het milieu

Slide 25 - Quiz

Maak een zin met
"de bioscoop".

Slide 26 - Question ouverte

Maak oefening 1,  
op bladzijde 50 
van je boek.

Werk samen!!!

Ben je klaar? Maak 
dan oefening 6, 7 en 8
op bladzijde 54, 55 en
56.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive