H4.1 Werk je voor loon of voor winst?

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4GT
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4.1 Werk je voor loon of voor winst?
Economie 4GT

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • bespreken opdrachten weet je het nog?
  • Uitleg H4.1
  • verdelen in 3 groepen
  • Quiz

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bespreken opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je leert deze les:
  1. Het verschil tussen werken in loondienst en als zelfstandige
  2. Wat voor ondernemingsvormen er zijn
  3. Wat de kenmerken van deze ondernemingvormen zijn

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Loondienst 
In loondienst heb je als werknemer een arbeidsovereenkomst met je werkgever. 

  • Afgesproken loon, recht op vakantiedagen en vakantiegeld. 
  • Je bent zeker van geld bij werkloosheid, ziekte en                             arbeidsongeschiktheid.
  • Je hebt zekerheid over het aantal uur dat je werkt en je kunt minder makkelijk ontslagen worden

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 zelfstandigen
Zelfstandigen hebben hun eigen onderneming (ongeveer 13% van alle werkenden). 

De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen. Een deel van de ondernemers heeft personeel in dienst. 



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handelsregister
Inschrijven is verplicht!!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingsvorm
Als je zelfstandig ondernemer bent moet je een ondernemingsvorm kiezen:
  1. ZZP'er: zelfstandig zonder personeel. 
  2. Eenmanszaak: één eigenaar, neemt de leiding. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
  3. Vof (venootschap onder firma): er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.

  • !Belangrijk: Als het bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een zzp'er, eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.
  • Als zelfstandig ondernemer betaal je over je winst inkomstenbelasting.

Slide 9 - Diapositive

Voor de eigenaar van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen. In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen. Als hun bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.
Inkomstenbelasting
  • Bij een eenmanszaak, ZZP'er en vof is de winst hun inkomen
  • Daar betalen ze inkomstenbelasting over. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé inkomen moet betalen.

  1. In een vof spreken de vennoten af zij de winst verdelen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingsvorm en aandeelhouders
  1. BV = een besloten vennootschap 
  2. NV = naamloze vennootschap
zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders. Het geld dat zij in de zaak steken is hun aandeel.

  • !Belangrijk: Aandelen van een bv worden niet vrij verhandeld. Van een nv worden de aandelen verhandeld op de effectenbeurs.
  • Een BV en NV betalen over hun winst vennootschapsbelasting

Slide 11 - Diapositive

Een BV en NV betaald over de winst vennootschapsbelasting
Aandelen
aandelenkoers: De prijs waarvoor een aandeel verkocht wordt.

Het stijgen en dalen van die koers geeft een indruk hoe goed het gaat met het bedrijf. Door te beleggen loop je risico. Maar meer dan je belegging kun je niet verliezen. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vennootschapbelasting
Bv's en Nv's betalen over hun winst vennootschapbelasting.
De winst die overblijft:
  • kan de bv of nv als dividend uitkeren aan aandeelhouders. 
  • kan gebruikt worden voor nieuwe investeringen of het aflossen van schuld. 
Als bv's of nv's nog geld nodig hebben, kunnen ze nieuwe aandelen uitbrengen. 


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld NV

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingsvorm
Stichting = een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Daarvoor krijgt een stichting meestal donaties of subsidies. 

Een stichting wordt geleid door een bestuur. Als een stichting geld overhoudt, mag dit alleen gebruikt worden voor het doel van de stichting. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • begrippen oefenen
  • maken opdrachten
  • extra uitleg rekenen
verdeling in 3 groepen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • begrippen oefenen

begrippen oefenen door middel van kruiswoordpuzzel en begrippen opschrijven in je schrift. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

 Lees de theorie en begrippen op bladzijde 108 t/m 111
 Maak de opdrachten 1 t/m 9 op blz 108 t/m 111

Klaar: Kijk je oprachten na

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

extra uitleg rekenen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

 Lees de theorie en begrippen op bladzijde 108 t/m 111
 Maak de opdrachten 1 t/m 9 op blz 108 t/m 111

Klaar: Kijk je oprachten na

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
A
Eenmanszaak
B
ZZP'er
C
VOF (vennootschap onder firma)

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zelfstandige ondernemer betaald inkomstenbelasting voor zijn/ haar winst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: er zijn twee of meer eigenaren die samen de leiding hebben.
A
Eenmanszaak
B
ZZP'er
C
VOF (vennootschap onder firma)

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De aandelen van een BV worden verhandeld op de effectenbeurs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De aandelen van een NV worden wel vrij verhandeld op een effectenbeurs. De aandelen van een BV zijn niet verhandelbaar.
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
winstuitkering aan aandeelhouders
A
Koers
B
Dividend
C
Vennootschapsbelasting
D
Effectenbeurs

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de volgende ondernemingsvorm: organisaties die zich inzetten voor goede doelen
A
VOF
B
BV
C
NV
D
Stichting

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een voordeel/ kunnen voordelen zijn met een VOF?
A
Bij ziekte kunnen ze elkaar overnemen
B
Er is maar één iemand die de leiding heeft
C
Ze zijn privé aansprakelijk
D
Je kunt het werk onderling verdelen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
Eenmanszaak
D
VOF

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
Stichting
D
VOF

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een BV of NV failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verschil tussen een NV en een BV is
A
dat de eigenaar bij een nv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
C
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
D
dat de eigenaar bij een bv met zijn privévermogen verantwoordelijk is voor schulden

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grootste verschil tussen de bv/nv en de stichting/vereniging?
A
De nv/bv zijn rechtspersonen
B
De bv/nv heeft bestuurders
C
De bv/nv zijn op winst gericht
D
De bv/nv moet per notariele akte worden opgericht

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een BV of een NV
A
zijn de eigenaren de aandeelhouders
B
hoeven de eigenaren geen leiding te geven aan de onderneming
C
benoemen en ontslaan de eigenaren de leiding van de onderneming
D
A, B en C zijn juist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions