Lesson 25 deel 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Hoofdstuk: Lesson 25
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Engels en open deze op bladzijde 60.

Pak ook je werkboek, maar laat deze nog even dicht. 

2. Terugblik

Tijdens de lessen Engels hebben we regelmatig de grammatica regel van to be besproken.

Wie weet deze regel nog?

Bijv: Ik ben = 

TO BE = ZIJN

ik ben

jij / je bent

hij / zij / ze / het is

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

ik ben - I am

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

jij bent - you are

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

hij / zij/ze / het is

he / she / it is

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

wij / we zijn

jullie zijn

zij / ze zijn

meervoud

}

TO BE = ZIJN

wij / we zijn - we are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

jullie zijn - you are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

zij/ze zijn - they are

meervoud

}

TO BE = ZIJN

I am

you are

he / she / it is

we are

you are

they are

enkelvoud

}

meervoud

}

Zij zijn erg stil.

1. She is very quiet.
2. She are very quiet.
3. They are very quiet.

My grandparents ..... very old.

1. am
2. are
3. is

Kyra and I ........ best friends.

1. am
2. are
3. is

My cats .......... sweet.

1. am
2. is
3. are

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Heb je een aantal nieuwe woorden en zinnen in het Engels geleerd. 

- Weet je hoe je de vorm van to be ontkennend maakt.

4. Instructie

Als je een zin in het Engels ontkennend gaat maken, dan betekent dat dat je iets NIET doet.

Welk woord gebruik je dan altijd in het Engels?

TO BE = ZIJN

ik ben  niet - I am not

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

         jij bent niet- you are not

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

        hij / zij/ze / het is niet

he / she / it is not

enkelvoud

}

TO BE = ZIJN

               wij / we zijn niet - we are not

meervoud

}

TO BE = ZIJN

            jullie zijn niet - you are not

meervoud

}

TO BE = ZIJN

                zij/ze zijn niet - they are not

meervoud

}

TO BE = ZIJN

I'm not

you're not

               he's not / she's not / it's not

we're not

you're not

they're not

enkelvoud

}

meervoud

}

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. He am not
2. He are not
3. He is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. We am not
2. We are not
3. We is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.

1. 'm not
2. 're not
3. 's not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.

1. 'm not
2. 're not
3. 's not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. They am not
2. They are not
3. They is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. I am not
2. I are not
3. I is not

5. Begeleid inoefenen

Ik laat het verhaal horen. Lees allemaal goed mee!

Daarna beantwoorden we klassikaal de vragen van opdracht 1. 

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 2, 4, 5 en 6 op blz 58 t/m 60.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na. 

Degene die thuis zitten, maken een foto.

Daarna maak je de woordzoeker van lesson 25. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Begrijp je de grammatica?

Wat ging goed? Wat ging minder goed?

Huiswerk:

Donderdag 18 maart

Lesson 25 opdracht 2, 4, 5 en 6 af