Paragraaf 3 Getallen op een rij

programma
herhaling paragraaf 2
Opdracht zakgeld maken
huiswerk nakijken 
uitleg paragraaf 3
huiswerk maken 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

programma
herhaling paragraaf 2
Opdracht zakgeld maken
huiswerk nakijken 
uitleg paragraaf 3
huiswerk maken 

Slide 1 - Diapositive

herhalingsopgave
Een ziggo abonnement kost per maand € 72,-. Wat kost dit abonnement per week?
- wat doe je altijd eerst?

Slide 2 - Diapositive

Omrekenen naar jaar
€ 72,- x 12 maanden = € 864,- per jaar
Wat wil je weten? abonnement per week
€ 864,-  : 52 = € 16,61

DUS NIET
€ 72,- : 4 = € 18,-

Slide 3 - Diapositive

Opdracht zakgeld
Van 4 medeleerlingen breng je het zakgeld in kaart
De eerste rij vul je je eigen gegevens in
Denk aan de regels voor het omrekenen
Uiteindelijk krijg je een gemiddeld bedrag per week

Slide 4 - Diapositive

huiswerk nakijken
paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2

Slide 5 - Diapositive

paragraaf 3 Getallen op een rij
leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een tabel is
Ik kan een tabel maken
Ik kan gegevens opzoeken in een tabel

Slide 6 - Diapositive

  • Een tabel bestaat uit rijen en kolommen

Slide 7 - Diapositive

maken (huis)werk
Nu eerst maken opgave 8 en 9!
over 15 minuten samen nabespreken!

- maak paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3

Slide 8 - Diapositive

leerdoel
leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een tabel is
Ik kan een tabel maken
Ik kan gegevens opzoeken in een tabel

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

  • Een tabel bestaat uit rijen en kolommen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Je kunt je ontvangsten per maand omrekenen naar een weekbedrag.
Hoe doe je dat?
A
eerst :12, daarna x52
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst :52, daarna x12
D
eerst x52, daarna :12

Slide 13 - Quiz

Je kunt een bedrag dat je elke week ontvangt, omrekenen naar een maandbedrag. Hoe doe je dat?
A
eerst x52, daarna :12
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst x4, daarna :52
D
eerst : 52, daarna x12

Slide 14 - Quiz