Thema 5 Ecologie quiz

Toetsvoorbereiding ecologie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Toetsvoorbereiding ecologie

Slide 1 - Diapositive

factoren
je hebt abiotische factoren en biotiche factoren.

abiotische factoren komen uit de levenloze natuur en biotiche factoren uit levende en dode natuur.

Slide 2 - Diapositive

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
wind
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 3 - Quiz

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
regen
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 4 - Quiz

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
drijvende vis
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 5 - Quiz

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 6 - Question de remorquage

Niveaus in de ecologie



Individu


Individu

Slide 7 - Diapositive

Populatie
populatie is een groep individuen  in een bepaald (leef)gebied.
Een kudde olifanten.


Slide 8 - Diapositive

Ecosysteem= gebied en alle populaties dieren en planten daarin.

Slide 9 - Diapositive

Een koe in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 10 - Quiz

Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
ecosysteem
C
populatie

Slide 11 - Quiz

Voedselketen
Pijltje staat voor: Wordt gegeten door

Slide 12 - Diapositive

Wat staat er altijd aan het begin van een voedselketen?

Slide 13 - Question ouverte


Een juiste voedselketen is:
A
konijn-> havik-> vos
B
gras <- konijn <- vos
C
gras -> konijn -> havik -> vos
D
vos -> havik -> konijn ->gras

Slide 14 - Quiz

voedselrelaties
Producenten = planten

Consumenten = dieren (planten eters, vleeseters, alleseters, afvaleters)

Reducenten = bacterien en schimmels

Slide 15 - Diapositive

wat is een consument?
A
een organisme dat voedsel maakt
B
een organisme dat voedsel eet

Slide 16 - Quiz

zoolganger  teenganger    hoefganger

Slide 17 - Diapositive

Een voorbeeld van een hoefganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Welke dieren zijn gestroomlijnder?
A
land dieren
B
water dieren

Slide 20 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 21 - Quiz

Hoe goed ken jij ecologie al?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage