Les 7: Massamedia


MEDIAWIJSHEID



Basis/Kader 3 - Periode 2 
Les 7: Massamedia
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


MEDIAWIJSHEID



Basis/Kader 3 - Periode 2 
Les 7: Massamedia

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de volgende begrippen: communicatie, massamedia, media, informatieve functie, controlefunctie en socialiserende functie. (R)
...weet je wat communicatie is en kan je daar voorbeelden van geven. (R)
...kan je het verschil uitleggen tussen media en massamedia. (T1)
...weet je welke functies de media hebben en daar voorbeelden bij noemen. (T1)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 3 - Vidéo

In de introductie film staat Senna centraal. Senna groeit op in een digitale wereld. Een hele andere wereld dan die van haar ouders. Maar welke gevolgen hebben die wereld voor haar?
Vraag aan de leerlingen welke voordelen deze digitale wereld heeft.
Vraag daarna welke zaken er digitaal geregeld kunnen worden.
Vraag daarna welke nadelen deze digitale wereld heeft.
Sluit af met het feit dat mediawijsheid erg belangrijk is in dit digitale tijdperk en dat dat in de komende lessen centraal staat. 
00:15
In welke wereld groeit Senna op?
A
Een eenzijdige wereld.
B
Een meerzijdige wereld.
C
Een digiloze wereld.
D
Een digitale wereld.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:52
Welke taal verbind alle talen op de wereld?
A
De Nederlandse taal.
B
De Engelse taal.
C
De programmeer taal.
D
De digitale taal.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:06
Waarom is het belangrijk dat Senna wijs leert omgaan met media?

Slide 6 - Question ouverte

Het is belangrijk om mediawijs te zijn, omdat je tegenwoordig veel doet met media. Misstappen worden groots uitgemeten en staan voor altijd op het internet. Ook zijn er mensen die misbruik willen maken van jou en je een bepaalde kant op duwen. Het is daarom belangrijk dat je hier op een goede manier mee om leert gaan, om goede keuzes te kunnen maken. Dat heet mediawijsheid.
Communicatie
We praten, we appen, we snappen en we chatten. We geven elkaar een hand, een boks, een knipoog of een kus. Alleen wanneer we slapen, doen we even niets. De rest van de dag zijn we continu bezig met overbrengen van een boodschap, een bericht. Dat heet communicatie. Of we nu met elkaar bellen of we in elkaars bijzijn praten, we brengen een boodschap over, dus noemen we het communicatie.
communicatie
Het doorgeven en ontvangen van informatie.
continu
De hele tijd.
Tekst gesproken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie
Niet alleen mensen brengen een boodschap over. Billboards, posters, kerkklokken, stoplichten, boeken, push-berichten en appjes brengen allemaal een boodschap over. Wanneer iemand niet face-to-face een boodschap overbrengt dan gebruiken we daarvoor een medium.
Er zijn bedrijven die zich alleen maar bezighouden met het overbrengen van een boodschap (communicatie). We noemen dit media
media
Bedrijven die zich alleen maar bezig houden met het overbrengen van informatie.
face-to-face
Dat je elkaar in het gezicht aan kan kijken. Je hebt hier geen medium voor nodig.
medium
Een middel om informatie over te brengen. Zoals een krant, televisie of je telefoon.
Tekst gesproken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie
Zo zijn er bedrijven die tijdschriften maken, apps bouwen, reclameboodschappen maken, televisieprogramma’s bedenken of nieuwsartikelen schrijven. Allemaal met als doel om informatie met jou te delen. Die informatie noemen we content. De content kan verpakt zijn in een tekst, video, afbeelding of muziek.

content
De informatie die een mediabedrijf met jou deelt. Dit kan een tekst, afbeelding, video of muziek zijn. 
Tekst gesproken

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 10 - Vidéo

In de introductie film staat Senna centraal. Senna groeit op in een digitale wereld. Een hele andere wereld dan die van haar ouders. Maar welke gevolgen hebben die wereld voor haar?
Vraag aan de leerlingen welke voordelen deze digitale wereld heeft.
Vraag daarna welke zaken er digitaal geregeld kunnen worden.
Vraag daarna welke nadelen deze digitale wereld heeft.
Sluit af met het feit dat mediawijsheid erg belangrijk is in dit digitale tijdperk en dat dat in de komende lessen centraal staat. 
Van welke media maak jij meerdere keren per dag gebruik?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de video wordt gezegd 'we zijn steeds afhankelijker van media'. Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zonder welke media kan jij niet meer? Geef twee voorbeelden en leg uit waarom.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Massamedia
Deze mediabedrijven moeten natuurlijk geld verdienen. Vandaar dat ze niet alleen content maken voor jou persoonlijk, maar voor een groot publiek.
  

Wanneer het medium voor iedereen toegankelijk is (denk aan YouTube of een tijdschrift) spreken we van massamedia. Dit zijn media die met hun boodschap zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken.
massamedia
Media die een groot publiek bereiken.
Tekst gesproken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er sprake van massamedia?
Noah en Ahmed staan te wachten bij een bushokje met een grote poster met de aankondiging van het concert van Drake.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Een poster voor een concert is gemaakt om een zo groot mogelijk publiek aan te spreken en van informatie te voorzien. Je kent elkaar niet. Daarom is het massamedia.
Is er sprake van massamedia?
Emma maakt vlogs die ze op YouTube zet.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Er is ook hier sprake van massamedia, want YouTube is een voorbeeld van een medium dat veel mensen aan kan spreken. De vlogs zijn openbaar en kunnen door veel mensen bekeken worden.
Is er sprake van massamedia?
Tess stuurt een spraakbericht naar haar vriendinnengroep.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Er is geen sprake van massamedia, omdat het bericht wat gestuurd wordt privé is en enkel in de vriendinnengroep wordt gedeeld. Het is niet openbaar en spreekt dus ook niet veel mensen aan.
Is er sprake van massamedia?
Daan en Anna bezoeken een concert van Ariana Grande in de Ziggodome.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Hier is wel sprake van massamedia. Het bezoeken van een concert vindt plaats in een openbare ruimte met mensen die je (vaak) niet kent. Ook is het concert vaak eenzijdig en heb je geen invloed op het verloop van het concert. 
Is er sprake van massamedia?
Lucas leest een boek over de Romeinse tijd.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Bij een boek is er sprake van massamedia, omdat het boek meerdere keren is gedrukt en mensen het lezen die je niet kent. Je doet dit weliswaar niet tegelijk, maar het spreekt een groot publiek aan.
Is er sprake van massamedia?
Het Instagram-account van Jesse staat op slot, hij houdt dat graag privé.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Er is hier geen sprake van massamedia, omdat het Instagram account op privé staat. De berichten die gedeeld worden zijn niet voor iedereen toegankelijk.
Waar gebruiken we de media voor?
Ieder mediabedrijf richt zich weer op een andere behoefte van mensen. Zo wil een vlogger als Kwebbelkop mensen amuseren, terwijl beautyvloggers mensen juist willen informeren. Deze online lessen maatschappijleer willen je laten nadenken over de samenleving. En een groot mediabedrijf als Facebook wil mensen met elkaar in contact brengen en het RTL Nieuws brengt iedere dag het belangrijkste nieuws.
amuseren
Dat je mensen wilt vermaken.
informeren
Dat je mensen van informatie wilt voorzien.
Tekst gesproken

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruiken we de media voor?

Ieder medium voorziet weer in andere behoeftes van mensen. We hebben vijf functies die we aan media kunnen koppelen, soms kun je ook wel meerdere functies aan één medium koppelen. Bij bijvoorbeeld Instagram passen meerdere functies.
functie
De rol dat iets of iemand vervult.
Tekst gesproken

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van de media
Informatieve functie
Er is vrije informatie, zodat we informatie krijgen over alles wat in de samenleving gebeurt.
Controlefunctie
Media kijken of de politici hun werk wel goed doen. Zij controleren dus de politiek.
Socialiserende functie
We komen via de media in contact met allerlei normen en waarden binnen de samenleving. Ze beïnvloeden onbewust het gedrag dat je goed/slecht vindt. Maar verbinden ook mensen met elkaar.
Amusementsfunctie
De media worden veel gebruikt voor amusement: je vermaakt je ermee en je hebt er plezier van. Denk aan films, series, stripboeken en spelletjes.
Meningsvormende functie
In de media komen veel verschillende mensen aan het woord. Soms proberen zij de mening van mensen te beïnvloeden en vormen. Zij proberen er dan voor te zorgen dat jouw mening verandert.
Tekst gesproken

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functies van de media zie je vooral terug bij Instagram?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op je telefoon staan allerlei apps. Schrijf bij iedere app op (minstens 3) welke functie(s) van de media hierbij horen.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functie van de media komt op jouw telefoon het meeste terug? Hoe komt dat?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel in het nieuws
Lees het artikel uit de telegraaf op de volgende dia. Beantwoord daarna de vragen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel:
Uitslag Stelling: ‘Al genoeg rommel op tv’

Het is geen goed idee van de NPO (Nederlandse Publieke Omroep) om te bezuinigen op informatieve programma’s als Andere Tijden. Bijna driekwart van de deelnemers aan de peiling vindt dat de publieke omroep beter het mes kan zetten in de vele reisprogramma’s met allerlei ‘bekende’ Nederlanders.

De publieke omroep heeft volgend jaar wegens dalende reclame-inkomsten zo’n 60 miljoen euro minder te besteden. Vooral journalistiek inhoudelijke programma’s lijken daar de dupe van te worden, terwijl er wel volop ruimte is voor programma’s waarin allerlei BN’ers op reis gaan. Naar: Telegraaf, 2018
Tekst gesproken

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het belangrijk dat de media zich ook bezighouden met mensen laten nadenken over belangrijke maatschappelijke onderwerpen?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees het nieuwsartikel hierboven. Welk soort programma’s bedoelt het artikel als ze het hebben over “rommel op tv”.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
  • Communicatie
  • Media
  • Massamedia
  • Informatieve functie
  • Controlefunctie
  • Socialiserende functie
  • Amusementsfunctie
  • Meningsvormende functie

  • face-to-face
  • medium
  • content
  • amusement
  • informatie
  • functie

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van communicatie?
A
Het ontvangen van informatie
B
Het verzenden van informatie
C
Het ontvangen en verzenden van informatie
D
Het doorgeven en ontvangen van informatie.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past het best bij communicatie?
A
Iemand informatie geven.
B
Met elkaar praten.
C
Een boodschap overbrengen.
D
Facetimen, snapchatten en whatsappen.

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van media?
A
Bedrijven die zich alleen maar bezig houden met het overbrengen van informatie.
B
Bedrijven die zich bezig houden met reclame.
C
Bedrijven die zich bezig houden met films maken.
D
Bedrijven die zich bezig houden met grote groepen mensen.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van massamedia?
A
Media die een klein publiek bereiken.
B
Media die een groot publiek bereiken.
C
Media die een specifiek publiek bereiken.
D
Media die alleen jongeren bereiken.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belangrijkste kenmerk van massamedia?
A
Massamedia hebben beeld en geluid.
B
Massamedia hebben een groot publiek.
C
Massamedia willen zoveel mogelijk geld verdienen.
D
Massamedia willen zoveel mogelijk mensen bereiken.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van de informatieve functie?
A
Dat media kijken of politici hun werk goed doen.
B
Dat media ervoor zorgen dat we in contact komen met allerlei waarden en normen.
C
Dat media mensen informeren over wat er in de samenleving gebeurd.
D
Dat media vooral gebruikt wordt om jezelf mee te vermaken.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van media met een informerende functie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van de socialiserende functie?
A
Dat media kijken of politici hun werk goed doen.
B
Dat media ervoor zorgen dat we in contact komen met allerlei waarden en normen.
C
Dat media mensen informeren over wat er in de samenleving gebeurd.
D
Dat media vooral gebruikt wordt om jezelf mee te vermaken.

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van media met een socialiserende functie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Facebook
D
Een soapserie

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van de controlefunctie?
A
Dat media kijken of politici hun werk goed doen.
B
Dat media ervoor zorgen dat we in contact komen met allerlei waarden en normen.
C
Dat media mensen soms van mening proberen te laten veranderen.
D
Dat media vooral gebruikt wordt om jezelf mee te vermaken.

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van media met een controlefunctie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van de amusementsfunctie?
A
Dat media kijken of politici hun werk goed doen.
B
Dat media ervoor zorgen dat we in contact komen met allerlei waarden en normen.
C
Dat media mensen soms van mening proberen te laten veranderen.
D
Dat media vooral gebruikt wordt om jezelf mee te vermaken.

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van media met een amusementsfunctie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede betekenis van de meningsvormende functie?
A
Dat media kijken of politici hun werk goed doen.
B
Dat media ervoor zorgen dat we in contact komen met allerlei waarden en normen.
C
Dat media mensen soms van mening proberen te laten veranderen.
D
Dat media vooral gebruikt wordt om jezelf mee te vermaken.

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van media met een amusementsfunctie?
A
Het journaal
B
Een talkshow
C
Een reclameblok
D
Een soapserie

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee voorbeelden van communicatie.

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen media en massamedia?

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke functies van de media past Facebook?

Slide 49 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke functies van de media past Netflix?

Slide 50 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke functies van de media past de NOS?

Slide 51 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke functies van de media past Tik Tok?

Slide 52 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 53 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 54 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions