Les 1 par. 8.1 Geluid maken en horen

leerdoelen 8.1
Geluid maken en horen
Je leert:
- Hoe geluid ontstaat
- Hoe geluid zich verplaatst
-Hoe geluid versterkt kan worden
-Hoe je geluid ontvangt en hoort


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

leerdoelen 8.1
Geluid maken en horen
Je leert:
- Hoe geluid ontstaat
- Hoe geluid zich verplaatst
-Hoe geluid versterkt kan worden
-Hoe je geluid ontvangt en hoort


Slide 1 - Diapositive

Hst 8.1 "Geluid maken en horen"

Slide 2 - Diapositive

Geluid is...
  • een trilling
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen 
  • verplaatst zich als een golf

Slide 3 - Diapositive

Geluidsbronnen
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Geluidsgolven

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoe bereikt het geluid jouw oren?
De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen. 

De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 10 - Diapositive

Tussenstof
De tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 11 - Diapositive

Geluid ontvangen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren. 

Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Samengevat
Geluid ontstaat door een trilling
Het voorwerp dat trilt heet een geluidsbron
Door de trilling ontstaat een geluidsgolf
De geluidsgolf verplaatst zich door een tussenstof
De golf verplaatst zich in alle richtingen
Sommige golven komen bij je oor
Door de golven gaat het trommelvlies trillen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

0

Slide 16 - Vidéo

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 17 - Quiz

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 18 - Quiz

Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen

Slide 20 - Quiz

Rekenen met geluidssnelheid

Slide 21 - Diapositive

Afstand berekenen met geluidssnelheid
Geluid verplaatst zich met een snelheid van 340 m/s.
Dit betekend dat het geluid na 1 seconde 340 meter verder is.

Iemand ziet een bliksemflits en hoort deze na 3 seconden.
Hoever is de bliksem weg?

340 x 3 = 1020m

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Afstand berekenen met een echo.
Als je hard roept en na 3 seconden de echo hoort, dan is dat geluid 3 x 340 meter verplaatst.

Als de vraag is: Hoe ver sta jij dan van de muur?
Dan is het antwoord: 3 x 340 : 2 = 510 m

Slide 24 - Diapositive

Piet ziet een bliksemflits. Het duurt 8 seconden voor hij hem hoort. Hoe ver is de bliksem weg?

Slide 25 - Question ouverte

Jaap roept heel jard richting een muur. Hij hoort zijn geluid na 1 seconde. Hoe ver staat hij van de muur?

Slide 26 - Question ouverte