Nederlands schrijven, lay-out

Nederlands: schrijven
Lay-out: hoe geef ik mijn tekst een overzichtelijk uiterlijk.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands: schrijven
Lay-out: hoe geef ik mijn tekst een overzichtelijk uiterlijk.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:
  • weet je hoe je een tekst in Word overzichtelijk kunt vormgeven en indelen
  • weet je waarom het belangrijk is om je tekst overzichtelijk vorm te geven

Slide 2 - Diapositive

Waarom?
Door je tekst een duidelijke vormgeving en lay-out te geven, wordt je tekst fijner om te lezen.

Slide 3 - Diapositive

Welke tekst zou jij gaan lezen?

Slide 4 - Sondage

Lettertype
Wees consistent
Kies één lettertype en gebruik dat voor je hele tekst. Als je verschillende lettertypes gebruikt, wordt het rommelig.

Variatie
Je kunt variatie en accenten toepassen door sommige woorden of zinnen vetgedrukt, cursief of onderstreept te maken.

Slide 5 - Diapositive

Vormgevingstools in Word
In het tabblad 'Start' zitten de meest-gebruikte bewerkingsopties.

Uitlijning: links, centreren, rechts en 'uitvullen'.



Tekstopmaak
Hier kies je het lettertype en kun je de
opmaak van de tekst aanpassen.

Slide 6 - Diapositive

Vormgevingstools in Word
In het tabblad 'Indeling' kun je o.a. de pagina-instelling aanpassen.






Je kunt hier o.a. de afdrukstand (staand of liggend) en de marges aanpassen.

Slide 7 - Diapositive

Wat is er mis met de lay-out
van deze tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Pagina-indeling
  • Verdeel de tekst in alinea's (per deelonderwerp een alinea)
  • Gebruik tussenkopjes
  • Bij een opsomming, gebruik opsommingstekens of een genummerde lijst.

Slide 9 - Diapositive

Gebruik toetsenbord shortcuts i.p.v. je muis

Crtl + B = vet (Bold)
Ctrl + I = schuin (Italic)
Crtl + U = onderstrepen (Underline)
Ctrl + N = nieuw leeg document
Ctrl + W = document/tabblad sluiten
Ctrl + A = alles selecteren
Ctrl + X = knippen/cut
Ctrl + C = kopiëren/copy
Ctrl + V = plakken/paste
Alt + F4 = programma/app afsluiten
Shift + pijltjestoetsen = selecteren
Home = begin van regel
End = einde van regel
Ctrl + Home = begin van document
Ctrl + End = einde van document
Ctrl + Z = ongedaan maken/undo
Ctrl + Y = opnieuw doen/redo
F1 = help
F4 = laatste bewerking herhalen
F5 = opnieuw laden/refresh (Ctrl + R = hard refresh)
F7 = spelling
F11 = full-screen (webbrowser)
F12 = Opslaan als/Save as/Save copy
Ctrl + P = print
Ctrl + S = Opslaan/Save
Ctrl + Enter = pagina einde (Word)/Send (Outlook)
Ctrl + O = Openen/Open
Ctrl + delete = heel woord verwijderen (rechts van cursor)
Ctrl + backspace = heel woord verwijderen (links van cursor)
Dubbel klik op woord = selecteer woord
Triple klik in regel = selecteer regel
4x klik = selecteer alinea

Slide 10 - Diapositive