W46 EN 2G les 2

Read your Dutch Book 
timer
5:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Read your Dutch Book 
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Your goals

- You can complain about something 
and 
- You can take and solve a complaint

Slide 2 - Diapositive

How?
- Instruction word order of adverbs and grammar exercise 40 
(if you scored less than 75% on Try Out 2.4.3)

Phrases exercise 41 
(if you scored less than 75% on Try Out 2.4.4)

Slide 3 - Diapositive

Who need to listen and do exercise 40?

Lina, Maissa, Moemen, Musab, Mustafa, Omer, Sha and Ziyaed

Who need to do exercise 41?


Lina, Maissa, Moemen, Musab,  Sha and Ziyaed

Slide 4 - Diapositive

Welke bewering(en) klopt of kloppen?
A
Adverbs zijn bijvoeglijk naamwoorden
B
Adjectives zijn bijvoeglijk naamwoorden
C
Adverbs zijn bijwoorden
D
Adjectives zijn bijwoorden

Slide 5 - Quiz

Adverbs eindigen vaak op LY

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Welke zin is juist?
A
You're extremely going to be popular.
B
You're going to be extremely popular.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is juist?
A
She really works seriously on the journal.
B
She works really seriously on the journal.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is juist?
A
I can hardly believe my eyes.
B
I can believe hardly my eyes.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is juist?
A
They are never late.
B
They never are late.

Slide 11 - Quiz

Do exercise 40

Lina, Maissa, Moemen, Musab, Mustafa, Omer, Sha and Ziyaed

Do exercise 41

Lina, Maissa, Moemen, Musab,  Sha and Ziyaed

Done? Study Vocabulary and Phrases Unit 2. You may use Quizlet. Or look up grammar exercises on the internet.
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Looking back





Waar komt een bijwoord als het iets zegt over een ander bijwoord?
Waar komt een bijwoord als het iets zegt over een bijvoeglijk naamwoord?
Waar komt een bijwoord als het iets zegt over het werkwoord "to be"? 
Waar komt een bijwoord als het iets zegt over een ander werkwoord dan "to be"?

Slide 13 - Diapositive

Looking forward

Next class > Self Test Unit 2

So,
Study Unit 2: Vocabulary, Grammar and Phrases

Slide 14 - Diapositive