Gender en seksualtiteit

Seksualiteit en gender
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Seksualiteit en gender

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les
- ken je de betekenis van homoseksualiteit.
- kun je uitleggen waar lhbtq+ voor staat.
- kun je uitleggen dat seksuele identiteit meer is dan alleen je geslacht en op wie je valt.
- heb je nagedacht over vooroordelen over homo's.
- heb je nagedacht over seksuele identiteit op het Aug.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Gaydar?
Bestaat er een speciale 'radar' om homo's te herkennen? 
Ook wel 'gaydar' genoemd?

Kun je aan iemand zien/merken of hij/zij homoseksueel is?

Je gaat het zelf even uitproberen bij de volgende sleepvraag:

Slide 4 - Diapositive

Herken de homo
GAY
NEE

Slide 5 - Question de remorquage

Wanneer is iemand heteroseksueel?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent homoseksualiteit?

Slide 7 - Question ouverte

LHBTQ+--waar hebben we het eigenlijk over?
L -lesbiennes
H-homoseksuelen (eigenlijk 'vallen op een gelijk geslacht)
B- bi-seksueel
T-transgender
Q- Queer (=iemand die zich niet in een hokje wil laten plaatsen)
+: al het andere (bijv. panseksueel='genderblind' of aseksueel of interseksueel = kenmerken van beide geslachten)

Slide 8 - Diapositive

let op:
genderidentiteit: wie je bent
seksuele geaardheid: op wie je valt

Je gender is dus iets anders dan je geaardheid!

Slide 9 - Diapositive

Seksuele identiteit 
Iedereen heeft een unieke seksuele identiteit, gevormd door een combinatie van de volgende elementen:
1.  je biologische geslacht: je aangeboren sekse
2. je genderidentiteit: tot welke sekse je hoort qua gevoel
3. je genderexpressie- en genderrol: uitingen en verwachtingen
4. je seksuele voorkeur: waar je op valt wat betreft sekse



Slide 10 - Diapositive

Genderkoek
Het is dus niet roze OF blauw.
De ene homo is de andere niet en de ene hetero is de ander ook niet.
Je seksuele identeit geeft een uitgebreide regenboog aan opties!
Hoe zit het in Nederland? Kijk eens naar de link op de volgende pagina.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Schrijf iets op dat je opvalt als je kijkt naar de cijfers die je zag in de link hiervoor:

Slide 13 - Question ouverte

Mening
Geef bij de volgende vragen je mening.

Slide 14 - Diapositive

Hoe vind je de sfeer op school als het gaat om verschillende geaardheden/identiteiten?
A
(Heel) goed
B
Wel oké, maar er kan nog wel wat beter
C
Niet oké, soms goed, maar vaak niet
D
Slecht en onveilig

Slide 15 - Quiz

Check
Even wat controle-vragen over de inhoud van deze les.

Slide 16 - Diapositive

Je gender is op wie je valt
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Een combinatie van je geslacht, je genderidentiteit, je genderexpressie- en rol en je seksuele voorkeur is
A
homoseksualiteit
B
LHBTQ+
C
uitleg van de regenboogvlag
D
Je seksuele identiteit

Slide 18 - Quiz

LHBTQ+
De L staat hierin voor:
A
lesbienne
B
levenswijze
C
liefde
D
lucid

Slide 19 - Quiz

Wat betekent Queer (de q in LHBTQ+)?
A
Iemand die zich gay gedraagt
B
Iemand die niet in een hokje geplaatst wil worden
C
Een man die graag vrouwenkleding draagt.
D
Iemand die zich niet thuis voelt in het geboren lichaam

Slide 20 - Quiz

Einde van de les!

Slide 21 - Diapositive