Halloween - 1ste graad

• Levensbeschouwing
• Basisschool
• Groep 1

Welke feesten ken je?

Halloween

Wat hoort er zoal bij halloween?

• Wat vind jij van Halloween?
• Heb jij zelf wel eens Halloween gevierd?
  
• Waarom wel/niet?
  

WAT IS HALLOWEEN? 

 

Halloween vieren we op 31 oktober.

Het is een nacht waarin we elkaar doen schrikken en lekker kunnen griezelen.  

Het is een feest dat al meer dan 2000 jaar gevierd wordt, en is ontstaan bij de Kelten.

Vroeger droegen mensen angstaanjagende maskers en zetten ze uitgesneden aardappelen voor de deur om boze geesten weg te jagen. 

Nu verkleden wij ons en snijden wij pompoenen uit.

Wanneer is het Halloween?

1. 2 november
2. 25 oktober
3. 31 oktober
4. 1 november

Welke bevolkingsgroep begon met Halloween?

1. Romeinen
2. Grieken
3. Kelten
4. Perzen

Uit welk Keltisch feest 

is Halloween voortgekomen?

1. Samhain
2. Coamhain
3. Ostara
4. Allerheiligen

Waar komt Halloween oorspronkelijk

vandaan? 

1. Ierland
2. België
3. Engeland
4. Verenigde Staten

Waarvan is de naam 

Halloween afgeleid?

1. All Hallow's Eve
2. All Hail's Eve
3. All Havens Eve
4. All Holy Eve

Hoe noemt je het oranje ding 

waar we gezichten uitsnijden op Halloween?

1. pompoen
2. wortel
3. tomaat
4. komkommer

De pompoen

• Staat symbool voor Halloween.
• De zwaarste pompoen ooit woog 911,27 kilo.
• Er zijn duizenden verschillende soorten pompoenen.
• 
  

Waar groeit een pompoen?

1. Aan een boom
2. Onder de grond
3. Boven de grond
4. In het water

Wat vieren we met Halloween?

1. Een verjaardag
2. Het oude dodenfeest

Vroeger geloofden men dat tijdens 

Halloween de doden terug zouden komen.

1. Goed
2. Fout

Waarvoor gebruikt men pompoenen op halloween?

1. Als lantaarn
2. Als eten
3. Als stoel
4. Als masker

Wat is geen traditie bij Halloween?

1. Trick or treat!
2. Een boom versieren
3. Verkleed gaan
4. Een pompoen uithollen

Wat betekent 'Trick or treat'?

1. 'Geef me iets lekkers, anders ga ik plagen!'
2. 'Geef me iets lekkers, anders ben je stom!'
3. 'Geeft me iets lekkers , anders ga ik weer weg!'
4. 'Geef me iets lekkers voor Halloween!'