4.2 Revolutie in Amerika test je kennis

Amerikaanse Revolutie
paragraaf 4.2 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Amerikaanse Revolutie
paragraaf 4.2 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 
Heb je goed opgelet?
Even herhalen en dan een test.

Slide 2 - Diapositive

Groot-Brittannië en Amerika
  • Het oosten van Noord-Amerika wordt een kolonie van Groot-Britannië 
  • Veel immigranten in de Britse kolonie.
  • Veel Amerikanen voelen geen verbondenheid met het Britse rijk.

Slide 3 - Diapositive

Amerikanen steeds bozer
  • De Amerikanen werden steeds bozer omdat:
  1. Ze mochten alleen maar spullen kopen uit GB
  2. Ze moesten belasting betalen
  3. Ze mochten niet stemmen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

'Geen belasting zonder vertegenwoordiging'

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Boston Tea Party (16-12-1773)



  • Britten drinken veel thee (300 liter p.p. per jaar)
  • Amerikanen drinken ook veel thee....
  • Britten gaan belasting op thee heffen.
  • --> gevolg: Amerikanen worden boos en gooien kratten thee van de Britse schepen.



Slide 8 - Diapositive

De onafhankelijkheidsoorlog
  • De leiders van Amerika (bv George Washington) verklaren op 4 juli 1776 de onafhankeheid.
  • Onafhankelijkheidsverklaring (geschreven door Thomas Jefferson)
  • Life, liberty and the pursuit of happines
  • Begin van de onafhankelijkheidsoorlog.


Slide 9 - Diapositive






  • George Washington

Leider van de opstand
George Washington

Slide 10 - Diapositive

Koning George II Van Engeland

Slide 11 - Diapositive

1783: Amerika wint!
1783: onafhankelijkheidsoorlog afgelopen. De onafhankelijkheid wordt uitgeroepen.
Ze schrijven dan de Bill of Rights: grondrechten

Slide 12 - Diapositive

1783: onafhankelijkheidsverklaring
De founding fathers (de eerste leiders) maakten van de Verenigde Staten een federatie
Een verbond van staten

Slide 13 - Diapositive

Democratische revolutie
De Amerikaanse Revolutie was de eerste democratische revolutie
Revolutie waarbij een democratische grondwet wordt ingevoerd
Meer rechten voor de bevolking

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wanneer werd Amerika ontdekt?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 16 - Quiz

Wanneer werd Amerika een kolonie van GB?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 17 - Quiz

Waarom waren de Amerikanen boos op de Britten?
(let op! meerdere antwoorden goed)
A
Ze moesten te veel belasting betalen
B
Ze hadden geen stemrecht
C
Ze kregen te weinig voedsel
D
Ze mochten geen eigen leger

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we het moment dat Amerikanen thee in de zee gooiden?

Slide 19 - Question ouverte

Wanneer verklaarde de Amerikanen de onafhankelijkheid?
A
4 juli 1776
B
4 juli 1777
C
4 juli 1778
D
4 juli 1779

Slide 20 - Quiz

Wat staat er in de Bill of Rights

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel kolonien kwamen in opstand in Amerika?
A
11 kolonien
B
13 kolonien
C
12 kolonien
D
14 kolonien

Slide 22 - Quiz

De meeste kolonisten in Amerika kwamen uit
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Spanje
D
Engeland

Slide 23 - Quiz

Er kwamen nieuwe belastingen in Amerika. Welke hoort er niet bij ?
A
thee
B
papier
C
koffie
D
suiker

Slide 24 - Quiz

1. De Amerikanen waren alleen boos over de belastingen.
2. De Amerikanen wilden iets te zeggen hebben in het bestuur van hun gebieden
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
Zin 1 = goed, zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout, zin 2 = goed

Slide 25 - Quiz

Welke feestdag wordt naar aanleiding van de onafhankelijkheid elk jaar gevierd in de VS?
A
4th of June
B
14th of July
C
4th of July
D
14th of June

Slide 26 - Quiz

Wie was de leider van de opstandige Amerikanen?
A
Benjamin Franklin
B
Abraham Lincoln
C
Thomas Jefferson
D
George Washington

Slide 27 - Quiz

Wat werd hier overboord gegooid?
A
koffie
B
rijst
C
thee
D
bonen

Slide 28 - Quiz

1. In 1776 kregen alle Amerikanen dezelfde grondrechten.
2. De VS is een land met een koning als staatshoofd.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
Zin 1 = goed, zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout, zin 2 = goed

Slide 29 - Quiz

Hoeveel jaar duurde de oorlog van de Amerikanen tegen de Engelsen?
A
5 jaar
B
9 jaar
C
7 jaar
D
11 jaar

Slide 30 - Quiz