Wiskunde - H9 oefentoets

H9 Formules 
OEFENTOETS
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

H9 Formules 
OEFENTOETS

Slide 1 - Diapositive

Bij de vliegafstand van een vliegtuig hoort de formule



Leg uit wat de formule betekent.
afstand in kilometers = 600 x tijd in uren. 

Slide 2 - Question ouverte

Bij het leeglopen van een bad hoort de formule.


Leg uit wat de formule betekent.

inhoud in liters = 900 – 75 x tijd in minuten

Slide 3 - Question ouverte

Voor een taxirit betaal je een instaptarief van € 3.
Per kilometer betaal je € 1,25.
Bij de prijs van de taxirit kun je een formule maken.
Vul de formule verder in.

prijs in euro’s = ….. + ….. x afstand in km

Slide 4 - Question ouverte

Op internet kun je muziek downloaden.
Anne heeft een prepaidkaart van € 20.
Ze betaalt voor elk nummer € 0,07.

Vul de formule verder in:

beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers

Slide 5 - Question ouverte

Anne heeft een prepaidkaart van € 20. Ze betaalt voor elk nummer € 0,07.



Gebruik de formule

beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers
Anne heeft 100 nummers gedownload. 
Hoeveel is haar tegoed nu?

Slide 6 - Question ouverte

Het downloaden van nummers wordt 2 cent goedkoper.
Schrijf de nieuwe formule op.
Gebruik hiervoor het nieuwe tegoed uit opgave b.

beltegoed in euro’s = …… – …… x aantal nummers

Slide 7 - Question ouverte

Marley huurt een fiets. Hierbij hoort de formule


  huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.


?

Slide 8 - Question ouverte

Marley huurt een fiets. Hierbij hoort de formule


  huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.


?

Slide 9 - Question ouverte

Marley huurt de fiets 3 weken. Hoeveel moet zij betalen?




  huurprijs in euro’s = 6 + 9,50 x tijd in dagen.



Slide 10 - Question ouverte


cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?

Slide 11 - Question ouverte


cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?

Slide 12 - Question ouverte


cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.
?

Slide 13 - Question ouverte

Jerry heeft 11 fouten gemaakt. Welk cijfer krijgt hij?
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.

Slide 14 - Question ouverte

Maud heeft een 8,0 voor haar toets. Hoeveel fouten heeft zij gemaakt?
cijfer van de toets = 10 – 0,4 x aantal fouten.

Slide 15 - Question ouverte

In de tabel zie je de kosten voor het maken van uitnodigingskaarten.
Wat is het begingetal 
van de tabel?

Slide 16 - Question ouverte

In de tabel zie je de kosten voor het maken van uitnodigingskaarten.
Wat is het stijggetal 
dat bij de tabel hoort? 

Slide 17 - Question ouverte

De grafiek gaat over het branden van een kaars. Wat is het begingetal van de grafiek?

Slide 18 - Question ouverte



Wat is het daalgetal van de grafiek?

Slide 19 - Question ouverte

Wat staat er bij de verticale as?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het begingetal van de grafiek?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het stijggetal van de grafiek?

Slide 22 - Question ouverte

Wat staat er bij de horizontale as?

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf de formule op die bij de grafiek hoort.

Slide 24 - Question ouverte