Lezen en luisteren het CE

Nederlands
Centraal Examen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Centraal Examen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

- vooruitblik: aan het eind van deze les weet je wat het CE inhoudt, welke soorten vragen er zijn en heb je geoefend met wat fragmenten en soorten vragen.
- uitleg :wat houdt het CE in?
- een aantal (luister-kijk)vragen oefenen
- oefentoetsen


Slide 2 - Diapositive

Centraal examen
- maak je op de computer
- duurt 90 minuten
- je krijgt 1 cijfer
- het cijfer telt voor 50% mee voor je punt van Nederlands


Slide 3 - Diapositive

Wat houdt het CE in?
Twee taalvaardigheden
- Lezen
- Kijken en Luisteren
- 8 onderdelen; meestal leesteksten en kijk-/luisterteksten

Slide 4 - Diapositive

Wat moet je allemaal kunnen/doen bij lezen en luisteren?

Slide 5 - Carte mentale

Tijdens het examen worden er 90% multiple choice vragen gesteld

Hierbij moet je de volgende vaardigheden beheersen:


- Begrijpen (tekstssoort, hoofdgedachte, relaties en verbanden, standpunt, argumenten, feiten meningen onderscheiden)
- interpreteren (wat bedoelt de schrijver, wat is zijn opvatting,  wat denkt en voelt hij, je moet hier conclusies trekken)
- samenvatten
- evalueren (argumentatie en informatie beoordelen op betrouwbaarheid , doel van schrijver herkennen en de talige middelen die hij gebruikt om dat doel te bereiken)

Slide 6 - Diapositive

Soorten vragen tijdens het CE
- Tekstdoel (begrijpen)
- Hoofd en bijzaken (begrijpen)
- De opbouw van een tekst (evalueren)
- Feiten en meningen (begrijpen)
- Bedoelingen herkennen (interpreteren)
- informatie toepassen (begrijpen en interpreteren)
- Tussenkopjes kiezen (begrijpen en 
-  Een tekst samenvatten

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat een TEKSTDOEL is.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welk tekstdoel heeft het filmpje over de appie-app?
A
instructief
B
overtuigend
C
informerend
D
amuserend

Slide 11 - Quiz

Tekstdoel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De opbouw van een tekst

Slide 14 - Diapositive

Een tekst samenvatten

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Waarom spreekt de arts hier van tragedie?
A
Omdat er een patiënt is overleden
B
De patiënt had langer geleefd als hij gezond was
C
De arts mist zijn I-pod
D
Er worden teveel fouten gemaakt.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Welk probleem wordt besproken in het fragment
A
Slechte beheersing van de Nederlandse taal
B
Hun zoon haalt alleen maar onvoldoendes
C
'Buitenlandse' mensen hebben te weinig kennis van de Nederlandse taal

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Waarom omschrijft Ellen de Bruin haar boek als een soort "vrolijke slachtofferhulp?"
A
Omdat het logisch is dat je dit vervelend vindt.
B
Omdat zij vooral redenen geeft om niet te vergaderen
C
Zij geeft tips om hier niet naartoe te gaan?
D
Zij geeft tips hoe je vergaderen leuker kunt maken voor jezelf.

Slide 21 - Quiz

Oefenen in studiemeter of via oefenen.facet/.onl

Slide 22 - Diapositive