6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Herhalingsoefening
Peter verdient € 65.000 per jaar.
  • Zijn huis heeft een WOZ-waarde van € 450.000. Het eigenwoningforfait is 0,70%. 
  • Zijn hypotheekschuld bedraagt € 360.000. De rente is 3,3%.
  • Zijn auto van de zaak is € 42.000 waard. Hij moet 11% bijtelling betalen.
  • Hij gaf € 500 aan een goed doel
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.

timer
10:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsoefening
Peter verdient € 65.000 per jaar.
  • Zijn huis heeft een WOZ-waarde van € 450.000. Het eigenwoningforfait is 0,70%. 
  • Zijn hypotheekschuld bedraagt € 360.000. De rente is 3,3%.
  • Zijn auto van de zaak is € 42.000 waard. Hij moet 11% bijtelling betalen.
  • Hij gaf € 500 aan een goed doel
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Herhalingsoefening
INKOMEN BOX 1
Inkomsten:
Loon
€   65.000
Eigen woning forfait
+ €   3.150
Bijtelling auto
+ € 4.620
Aftrekposten:
Hypotheekrente
- € 11.880
Giften
- €     500
BELASTBAAR INKOMEN
€  60.390

Slide 2 - Diapositive

Herhalingsoefening
Peter verdient € 91.000 per jaar.
  • Zijn huis heeft een WOZ-waarde van € 650.000. Het eigenwoningforfait is 0,70%. 
  • Zijn hypotheekschuld bedraagt € 480.000. De rente is 2,1 %.
  • Zijn auto van de zaak is € 50.000 waard. Hij moet 12% bijtelling betalen.
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.
Bereken nu de belasting in box 1 (gebruik de schijven uit het boek)

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Herhalingsoefening
INKOMEN BOX 1
Inkomsten:
Loon
€   91.000
Eigen woning forfait
+ €  4.550
Bijtelling auto
+ €  6.000
Aftrekposten:
Hypotheekrente
- € 10.080
BELASTBAAR INKOMEN
€  91.470
schijf 1 + schijf 2 = € 25.416 + € 11.366
= € 36.782

Slide 4 - Diapositive

BOX 1

Slide 5 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Slide 6 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Box 1 (herhaling)
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning.

belastbaar inkomen = inkomsten + eigenwoningforfait + bijtellingen - aftrekposten

Slide 7 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning. Het belastbaar inkomen wordt verdeeld over 2 schijven (schijventarief).

  • Schijf 1        tot € 75.518            36,97%
  • Schijf 2       vanaf € 75.518      49,50%


Slide 8 - Diapositive

Schijf 1 tot € 75.518 36,97%
Schijf 2 vanaf € 75.518 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 1?

Slide 9 - Question ouverte

Schijf 1 tot € 75.518 36,97%
Schijf 2 vanaf € 75.518 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Welk bedrag wordt niet belast in schijf 1 maar wel in schijf 2?

Slide 10 - Question ouverte

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief - voorbeeld
  • Schijf 1    tot € 75.518          36,97%
  • Schijf 2    vanaf € 75.518   49,50%

Stel je verdient € 80.000
  • Schijf 1: € 75.518 : 100 x 36,97 = € 27.919,00
  • Schijf 2: € 80.000 - € 75.518 = € 4.482 -> € 4.482 : 100 x 49,50 = € 2.218,59
      -> € 27.919,00 + € 2.218,59 = € 30.137,59




Slide 11 - Diapositive

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 2?

Slide 12 - Question ouverte

6.2 Iedereen betaalt belasting
Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je meer belasting. 

Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  

Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   



Slide 13 - Diapositive

Herhalingsoefening
Peter verdient € 91.000 per jaar.
  • Zijn huis heeft een WOZ-waarde van € 650.000. Het eigenwoningforfait is 0,70%. 
  • Zijn hypotheekschuld bedraagt € 480.000. De rente is 2,1 %.
  • Zijn auto van de zaak is € 50.000 waard. Hij moet 12% bijtelling betalen.
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.
Bereken nu de belasting in box 1 (gebruik de schijven uit het boek)

timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Herhalingsoefening
INKOMEN BOX 1
Inkomsten:
Loon
€   91.000
Eigen woning forfait
+ €  4.550
Bijtelling auto
+ €  6.000
Aftrekposten:
Hypotheekrente
- € 10.080
BELASTBAAR INKOMEN
€  91.470
schijf 1 + schijf 2 = € 25.416 + € 11.366
= € 36.782

Slide 15 - Diapositive

BOX 3

Slide 16 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.
  • spaargeld
  • beleggingen
Een deel van je vermogen is hiervan vrijgesteld. Dit is het heffingsvrij vermogen. Het deel waar belasting op wordt geheven is het belastbaar vermogen.

Je betaalt belasting over het fictieve rendement.

Slide 17 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.

  1. Trek het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
  2. Bereken het fictief rendement.
  3. Bereken de belasting over het fictief rendement.

Maak oefening 6 en 7 op pagina 176-177.

Slide 18 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 6

Slide 19 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 7

Slide 20 - Diapositive

Herhalingsoefening
Peter verdient € 32.000 per jaar.
  • Zijn huis heeft een WOZ-waarde van € 150.000. Het eigenwoningforfait is 0,70%. 
  • Zijn hypotheekschuld bedraagt € 80.000. De rente is 3 %.
  • Hij heeft € 6.500 aan zorgkosten betaald.
Bereken het belastbaar inkomen van Peter.
Bereken nu de belasting in box 1 (gebruik de schijven uit het boek)
  • Peter heeft een vermogen van € 58.000.
  • De heffingskorting bedraagt € 50.000.
  • Het fictief rendement bedraagt 1,9% en de belasting in box 3 bedraagt 31%.
Bereken nu de belasting in box 3
timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Herhalingsoefening
Inkomen BOX 1
Inkomen
Loon
€   32.000
Eigen woning forfait
+ €  1.050
Aftrekposten:
Hypotheekrente
- €  2.400
Aftrekposten:
Zorgkosten
- €   6.500
BELASTBAAR INKOMEN
€    24.150
schijf 1: € 24.150 : 100 * 37,1 = € 8.959

Slide 22 - Diapositive

Herhalingsoefening
VERMOGEN BOX 3
Vermogen
Spaargeld
€   58.000
Heffingskorting
- € 50.000
BELASTBAAR VERMOGEN BOX 3
   €   8.000
Fictief rendement (1,9%)
€ 2.000 : 100 * 1,9 = 
- €        152
Belasting box 3 (31%)
€ 152 : 100 * 31 = 
   €         47
Belasting BOX 1 + BOX 2
€ 8.959 + € 47 =  
   €   9.006

Slide 23 - Diapositive

Te betalen/ontvangen belasting

Slide 24 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Heffingskorting
Je hebt recht op 1 of meerdere heffingskortingen ( afhankelijk van persoonlijke situatie).
  • algemene heffingskorting (iedereen)
  • arbeidskorting
  • ...
Deze korting wordt van je belastingen afgetrokken!

belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskorting = verschuldigde inkomstenbelasting

Slide 25 - Diapositive

Samenvatting

Slide 26 - Diapositive

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Samenvatting
BOX 1
  1. Bepaal je belastbaar inkomen.
    inkomen + bijtelling - aftrekposten
  2. Verdeel je inkomen over schijven. 
  3. Bereken de belasting per schijf.

BOX 3
  1. Bepaal het belastbaar vermogen
    vermogen - heffingsvrij vermogen 
  2. Bepaal het fictief rendement.
  3. Bereken belasting over rendement

Verschuldigde inkomstenbelasting
BOX 1 + BOX 3 - heffingskortingen

Slide 27 - Diapositive