pannenkoeken

Pannenkoeken
bakken

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Pannenkoeken
bakken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een recept staat ....




1. Welke MATERIALEN je nodig hebt
2. Welke INGREDIENTEN je nodig hebt
3. De BEREIDINGSWIJZE (hoe je aan de slag gaat)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Materialen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

beslagkom

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

koekenpan

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

garde

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maatbeker
maatbeker

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maatbeker
- meten van vloeibare stoffen

Slide 8 - Diapositive

Met een maatbeker kun je vloeibare stoffen (en vaste als bloem) afmeten. Wanneer je dus bijvoorbeeld 500 ml melk nodig hebt,  kun je dit mooi afmeten

Op de maatbeker zijn deze met streepjes aangegeven in liters en milliliters. Dit gereedschap maakt ook onderdeel uit van het omrekenenHoeveel liter is dit dan?

500 ml = ..... liter?
spatel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je draait de pannenkoek om met een spatel

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soeplepel 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bord

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zeef

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

weegschaal 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat gebruik je niet voor het maken van een pannenkoek?
A
garde
B
kookpan
C
koekenpan
D
beslagkom

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

garde
koekenpan
beslagkom
bolzeef
maatbeker
spatel

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Ingrediënten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ei

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloem

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

melk

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zout

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boter

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zit er niet in een pannenkoek?
A
boter
B
bloem
C
eieren
D
slagroom

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

margarine
bloem
vanillesuiker
Sleep de foto's naar de goede plek.

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ingrediënten pannenkoek
bloem
melk
vanillesuiker
ei
zout
boter

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Bereidingswijze

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zo maak je het beslag

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zo bak je de pannenkoeken

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke volgorde is juist?
A
1,2,3,4
B
1,4,2,3
C
4,3,2,1
D
2,4,1,3

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een snufje zout? Leg uit in je eigen woorden

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wil je geen klontjes in je pannenkoek?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

meten met eetlepels en theelepels

- 1 eetlepel = 15 gram (bloem)

- 1 theelepel = 5 gram (bloem)

Slide 35 - Diapositive

Heb je nu echt geen maatbeker, maatlepels en weegschaal thuis? Geen nood. Je kunt ook gebruik maken van jouw bestek. Zo kun je ook makkelijk afwegen met een eetlepel. 

Let er wel bij op dat bijvoorbeeld de verschillen in gewicht van bloem en suiker, ook weer verschillen --> Suiker is zwaarder dan bloem

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kijk je naar een maatbeker om af te meten?
A
van boven in de maatbeker
B
recht naar voren
C
schuin naar beneden
D
boeiend, maakt toch niet uit?

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wat weeg ik een aardappel af?
A
keukenweegschaal
B
maatbeker
C
in mijn hand
D
personenweegschaal

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions