H1a Nederlands redekundig ontleden

Redekundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Redekundig ontleden 
Redekundig ontleden is als een puzzel. Elk stukje van de puzzel heb je nodig om het volgende stukje te kunnen benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les hebben jullie geoefend met het ontleden van de zindelen.                                                                                    
  • Na een aantal lessen kunnen jullie het stappenplan van het ontleden uit je hoofd opnoemen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is redekundig ontleden ?
A
ontleden
B
ontleden van de zinsdelen
C
ontleden van de woordsoorten
D
iets met grammatica

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stap 1 van het redekundig ontleden?
A
persoonsvorm zoeken
B
onderwerp zoeken
C
strepen zetten
D
werkwoordelijk gezegde zoeken

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
een werkwoord zoeken
B
het getal veranderen (meervoud - enkelvoud)
C
de zin van tijd veranderen (verleden tijd - tegenwoordige tijd)
D
geen idee

Slide 5 - Quiz

Getal-proef: zin veranderen van enkelvoud naar meervoud of van meevoud naar enkelvoud. 
V

Tijd-proef: zin van tijd veranderen. Tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom.

Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.


Wat is stap 2?
A
onderwerp benoemen
B
werkwoordelijk gezegde benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
zinsdeelstrepen zetten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zet je de zindeelstrepen?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze zin is  opgedeeld in worden. Je kan de woorden verplaatsen en deel de zin op in zindelen door de woorden bij elkaar te zetten die samen een zinsdeel vormen.  
timer
1:00
Deze
klas
heeft
vandaag
Nederlandse
les
via
Lesson up
gekregen.

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord:
PV = heeft
Zindelen:
Deze klas       heeft      vandaag    Nederlandse les     via Lesson up
     gekregen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stap 3 en hoe vind je het?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is stap 4?
A
lijdend voorwerp benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
onderwerp benoemen
D
bijwoordelijke bepaling benoemen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het onderwerp?
A
wie of wat + PV?
B
wie doet het?
C
wat doet het?
D
aan wie of voor wie + PV?

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stap 5?
A
bijwoordelijke bepaling benoemen
B
meewerkendvoorwerp benoemen
C
lijdensvoorwerp benoemen
D
onderwerp benoemen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Je hebt geleerd dat je elk stukje dat je benoemd hebt nodig hebt om het volgende stukje te kunnen benoemen. Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG). 

Vraag: hoe vind je nu het lijdend voorwerp?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Je hebt geleerd dat je elk stukje dat je benoemd hebt nodig hebt om het volgende stukje te kunnen benoemen. Je weet nu dus wat de pv is, welke zinsdelen er zijn, wat het WWG is en wat het onderwerp is (wie of wat + PV (of WWG) en het lV (wie of wat + PV (of WWG) + O ). 
Vraag: wat is stap 6 en hoe vind je die?

Vraag: hoe vind je nu het lijdend voorwerp?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stap 7?
A
onderwerp
B
lijdendvoorwerp
C
bijwoordelijke bepaling
D
meewerkend voorwerp

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In de vorige periode hebben jullie geleerd dat een bijwoord een soort prullenbak is van woorden die nog niet benoemd zijn en over zijn en dat het vaak een plek of een tijd is.
Vraag: wat denk je dat de bijwoordelijke bepaling dan is?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
Doordat we de komende weken online les hebben, ga je zelfstandig de opdrachten maken. Dat heb je gedaan door je voorkennis op te halen, zoals we hiervoor gedaan hebben in de lessen en nu te gaan oefenen in Edition (online werkboek in ELO leermiddelen).





Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolg instructie
Hieronder vind je de video's met uitleg over alle stappen van het ontleden van de zinsdelen.
Belangrijk om goed de zinsdelen te kunnen ontleden:
  1.  Je moet het stappenplan uit je hoofd kunnen opnoemen
  2. Het strepen zetten moet je goed oefenen en kunnen toepassen
  3. verder is het een kwestie van oefenen en oefenen 

Als je de stappen niet kent, dan lukt het ontleden niet EN als je de zindeelstrepen niet kunt zetten, dan benoem je de verkeerde zindelen.

Als je dat niet nodig hebt, dan ga je door naar het blokje toepassing in deze Lesson up.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je het lesdoel van het oefenen met het ontleden van de zinsdelen behaald?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je misschien het lesdoel van de stappen uit je hoofd kunnen opnoemen en het toepassen ook al behaald?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ging goed in het zelfstandig werken en wat kan de volgende keer nog een beetje beter?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback:
Wat vond je fijn of goed werken aan deze les en wat ik de. volgende keer beter?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions