The Passive (present simple & past simple)

The Passive
Present simple & past simple
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

The Passive
Present simple & past simple

Slide 1 - Diapositive

Wat is de passive?
De passive (lijdende vorm) gebruik je als het niet belangrijk of bekend is wie de handeling verricht.

Slide 2 - Diapositive

Wat is de passive?
Je legt de nadruk op wat er gebeurt in plaats van wie het doet!

Slide 3 - Diapositive

De vorm van de passive
De vorm van de passive bestaat uit:
een vorm van to be + voltooid deelwoord

Soms staat er by achter, maar niet altijd.

Slide 4 - Diapositive

De vorm van de passive
The thieves were chased by the police.
The car is not washed often by my father.

Slide 5 - Diapositive

Passive: present simple
Gebruik am / are / is + voltooid deelwoord: Vertaal naar Nederlands met worden+ volt. deelwoord.

The house is painted.--> Het huis wordt geschilderd.

Slide 6 - Diapositive

Passive: past simple
Gebruik was / were + voltooid deelwoord. Vertaal altijd met werd +volt. deelwoord.

I was invited to the wedding by my brother. Ik werd door mijn broer uitgenodigd voor de bruiloft.
They were scammed during their trip. Zij werden tijdens hun reis opgelicht.

Slide 7 - Diapositive

Bij een zin in de passive is het belangrijk of bekend wie de handeling verricht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De vorm van de passive bestaat uit een vorm van to be + verleden tijd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Bij de present simple passive gebruik je...
A
was / were + voltooid deelwoord
B
am / are / is + verleden tijd
C
werkwoord + ed
D
am / are / is + voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

Bij de past simple passive gebruik je...
A
was / were + voltooid deelwoord
B
am / are / is + verleden tijd
C
werkwoord + ed
D
am / are / is + voltooid deelwoord

Slide 11 - Quiz

Present simple passive
A
It was built
B
It is building
C
It has been built
D
It is built

Slide 12 - Quiz

Present simple passive:
The assignment...(to submit) by Jarne.
A
submits
B
was submitted
C
is submitted
D
submitted

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste vorm van de present simple passive voor 'De auto's worden gewassen'?
A
The cars be washed
B
The cars is washed
C
The cars are washed
D
The cars are washing

Slide 14 - Quiz

Zet in present simple passive:
The hunter kills the lion.

Slide 15 - Question ouverte

Present simple passive. Choose the correct option.
The workers ....... well.

A
aren't paid
B
isn't pay
C
pays
D
aren't pays

Slide 16 - Quiz

Zet in past simple passive:
She bought a new car.

Slide 17 - Question ouverte

Present simple passive. Choose the correct option.
This soup ....... with carrots.

A
is make
B
is maked
C
is made
D
are made

Slide 18 - Quiz

Use past simple passive:
The school ___ in 1991.
A
was being built
B
was built
C
were built
D
were been built

Slide 19 - Quiz

Use past simple passive:
The film ___ in Texas.
A
was shooting
B
were shooting
C
was shotted
D
was shot

Slide 20 - Quiz

Vervolg
Ga naar p. 93 voor de volledige uitleg van de passive
Extra oefeningen op papier
All Right Online -> extra oefeningen

Slide 21 - Diapositive