2K2 Eerste en Tweede wereldoorlog quiz

Quiz
Eerste en tweede wereldoorlog


(Begrippen, personen, kaarten, jaartallen)
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 52 min

Éléments de cette leçon

Quiz
Eerste en tweede wereldoorlog


(Begrippen, personen, kaarten, jaartallen)

Slide 1 - Diapositive

Wat waren de oorzaken van het uitbreken van WO1?
A
Nationalisme, modern imperialisme, socialisme
B
Modern imperialisme, nationalisme, vaderlandsliefde
C
Modern imperialisme, nationalisme, bondgenootschappen
D
Bondgenootschappen, liberalisme, nationalisme

Slide 2 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme

Slide 3 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
antisemitisme
B
nationalisme
C
militarisme
D
modern imperialisme

Slide 4 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
invloedssferen
B
modern imperialisme
C
Geallieerden
D
bondgenootschappen

Slide 5 - Quiz

Hoe heet streven naar koloniën om de industrie te ondersteunen?
A
Kolonialisme
B
Modern Kolonialisme
C
Imperialisme
D
Modern Imperialisme

Slide 6 - Quiz

Deze afbeelding is een voorbeeld van:
A
Nationalisme
B
Militarisme
C
Modern Imperialisme
D
Bondgenootschappen

Slide 7 - Quiz

De aanleiding van WO I is
A
Modern Imperialisme
B
nationalisme
C
De moord op Franz-Ferdinand
D
bondgenootschappen

Slide 8 - Quiz

Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land – vlag – volkslied

Slide 9 - Question ouverte

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 10 - Quiz

Welke moord was de aanleiding voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
De moord op de Duitse keizer, Wilhelm II
B
De moord op de Russische tsaar, Nicolaas II
C
De moord de keizer van Oostenrijk-Hongarije, Franz Jozef
D
De moord op de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse rijk Franz Ferdinand

Slide 11 - Quiz

Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 12 - Quiz

Bij welk bondgenootschap hoorde Frankrijk in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As-landen
D
NAVO

Slide 13 - Quiz

Met een front wordt bedoeld:
A
De plaats waar gevochten wordt.
B
De wapenfabrieken
C
De plaats waar een oorlog gepland wordt.
D
De voorkant van een leger.

Slide 14 - Quiz

Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.

Slide 15 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog vochten, vooral aan Britse en Franse zijde mensen uit hun kolonies mee.

Maak de zin af. Dat mensen uit de kolonies meevechten, is voornamelijk een gevolg van ...
A
het nationalisme
B
het modern imperialisme
C
de bondgenootschappen
D
het militarisme

Slide 16 - Quiz

De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
de atoombom, de auto, de duikboot
B
het vliegtuig, de auto, de duikboot
C
het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
de atoombom, het gifgas, de duikboot

Slide 17 - Quiz

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 18 - Quiz

Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin

Slide 19 - Quiz


A
Deze persoon heet Churchill en hoort bij Groot-Brittannië
B
Deze persoon heet Churchill en hoort bij de Verenigde Staten
C
Deze persoon heet Roosevelt en hoort bij de Verenigde Staten
D
Deze persoon heet Roosevelt en hoort bij de Verenigde Staten

Slide 20 - Quiz

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, dachten veel mensen dat het een 'frisse, vrolijke oorlog' zou worden.

➤Geef een duidelijke reden waarom veel mensen na korte tijd van mening veranderd waren

Slide 21 - Question ouverte

WOI
WOII
Het interbellum

Slide 22 - Question de remorquage

1914-1918
Verdrag van Versailles
Economische wereld crisis
Val van de Beurs in NY
Loopgraven
Opkomst van de NSDAP
Hitler aan de macht
Duitsland valt Polen aan
WO1
Interbellum
WO2

Slide 23 - Question de remorquage

1910 - 1920
1930 - 1940
1940 - 1950
Crisisjaren
Tweede Wereldoorlog
Eerste Wereldoorlog
Verdrag v Versailles

Slide 24 - Question de remorquage


➤Noem drie straffen die die de verliezer van de Eerste Wereldoorlog door het Verdrag van Versailles kreeg opgelegd.

Slide 25 - Question ouverte

Tekst: Verdrag van Versailles en Hitler's partij. Wat zou de tekenaar bedoelen met deze spotprent?

Slide 26 - Question ouverte

Propaganda
A
werd niet gebruikt tijdens de Eerste wereldoorlog
B
werd alleen gebruikt door de centralen
C
werd gebruikt om de bevolking te overtuigen van de oorlog

Slide 27 - Quiz

Nog tijd over? 
Speel het spel Trench Warfare
https://www.crazygames.com/game/warfare-1917

Slide 28 - Diapositive