Les 2 (P2/Wk2)

Welkom bij Rekenen!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Rekenen!

Slide 1 - Diapositive

Hoe is jouw stemming op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Leerdoelen
Je kunt toelichten wat het verschil is tussen omtrek en oppervlakte.

Je weet hoe je verschillende maten, eventueel met behulp van de rekenkaart, kunt omrekenen naar dezelfde maatsoort.

Slide 3 - Diapositive

Welke omschrijving hoort bij het begrip 'omtrek'?
A
De omtrek bepaalt hoeveel tegels je nodig hebt in je tuin.
B
De omtrek bepaalt hoe lang het hek is dat je om een tuin kunt zetten.

Slide 4 - Quiz

Waarbij bereken ik de omtrek?
A
het behangen van een muur
B
hoeveelheid water in een aquarium
C
het leggen van een vloer
D
hoeveel meter plinten nodig is voor de woonkamer

Slide 5 - Quiz

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
alle zijden bij elkaar optellen
B
lengte x breedte

Slide 6 - Quiz

De oppervlakte druk ik uit in...
A
B
m
C
D
geen idee

Slide 7 - Quiz

Omtrek en oppervlakte

Slide 8 - Diapositive

Maten omrekenen

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Niveau 3
Thema Wonen
Taken maken die onvoldoende waren op de instaptoets

Thema Studie & Werk
Instaptoets
Taken maken die onvoldoende waren op de instaptoets
Niveau 4
Thema Wonen, Taak 3:
Omtrek uitrekenen en omrekenen
Oppervlakte uitrekenen en omrekenen
Rekenen met omtrek
Rekenen met oppervlakte

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt toelichten wat het verschil is tussen omtrek en oppervlakte.

Je weet hoe je verschillende maten, eventueel met behulp van de rekenkaart, kunt omrekenen naar dezelfde maatsoort.

Slide 11 - Diapositive

omtrek
oppervlakte
Totale lengte van alle zijden
2 x lengte + 2 x breedte
lengte x breedte
de grootte van de figuur

Slide 12 - Question de remorquage

De oppervlakte van een muur meet je in:
A
liter
B
vierkante meter
C
kubieke meter
D
centimeter

Slide 13 - Quiz

1 meter is ... centimeter
A
10
B
100
C
1000
D
0,1

Slide 14 - Quiz

Een baan behang is 4,3 dm.
Hoeveel centimeter is dat?
A
430 cm
B
43 cm
C
4,3 cm
D
4300 cm

Slide 15 - Quiz

Afsluiting
Controleer aan de hand van de planning of je op schema bent
Heb je achterstand?
Probeer dit in te halen voor de volgende les.

Slide 16 - Diapositive