10.4 / 10.5 voortplanting bij planten

lesdoelen
20 de verschillende onderdelen van een bloem met zijn taak benoemen en herkennen in een afbeelding.
21 de termen bestuiving en bevruchting op de juiste manier gebruiken en uitleggen. Daarbij kan ik ook het
verschil tussen windbloemen en insectenbloemen benoemen, en herkennen in een afbeelding.
22 uitleggen wat er gebeurt na de bevruchting, hoe zaden worden verspreidt en hoe uit een zaadje een
nieuwe plant kan groeien (levenscyclus).



1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

lesdoelen
20 de verschillende onderdelen van een bloem met zijn taak benoemen en herkennen in een afbeelding.
21 de termen bestuiving en bevruchting op de juiste manier gebruiken en uitleggen. Daarbij kan ik ook het
verschil tussen windbloemen en insectenbloemen benoemen, en herkennen in een afbeelding.
22 uitleggen wat er gebeurt na de bevruchting, hoe zaden worden verspreidt en hoe uit een zaadje een
nieuwe plant kan groeien (levenscyclus).



Slide 1 - Diapositive

Welke delen heeft een bloem?

Bloemen zijn de voorplanting van een plant.

(er ontstaan nieuwe planten)


1. Bloembodem: hierop zitten de andere delen van de bloem vast
2. Kelkbladeren: beschermen de bloem als ze nog in de knop zitten 
3. Nectarkliertjes: zitten onderin de bloem en maken zoete vloeistof (nectar)
4. Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes
5. Stamper: zit middenin de bloem (voortplanting)
6. Meeldraden: rondom de stamper (voortplanting)

Slide 2 - Diapositive

stuifmeelkorrel
1
eicel
4
vruchtbeginsel
5
zaadbeginsel
6

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Insectenbloem
Windbloem

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

bevruchting

Een stuifmeelkorrel komt op de stempel: bestuiving

Er vorm een stuifmeelbuis deze gaat naar een zaadbeginsel met een eicel en bevrucht de eicel.

De bevruchte eicel in het zaadbeginsel vormt een zaadje.

Het vruchtbeginsel vormt de vrucht.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verspreiding van zaden
Zaden kunnen zich verspreiden door:

- Door de plant zelf
- Door de wind
- Door dieren

Slide 9 - Diapositive

De levenscyclus van een bruine boon omschrijven. 

De ontwikkeling van een plant: 
  • zaad ontkiemt
  • plant groeit uit en krijgt bloemen
  • Uit de bloemen ontstaan vruchten en zaden
  • de zaden worden verspreid en de cyclus begint opnieuw  




1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien