Wk 4 korte les

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

1. Ga rustig zitten

2. Pak je spullen:

Chromebook (dicht!)

Schriften en pen

Tas op de grond

Telefoon in je tas

3. Idiom: wat zou dit kunnen betekenen?

Dressed to the nines

Dressed to the nines =

Dressed up

Je hebt je beste outfit aangetrokken, bijvoorbeeld naar het schoolfeest.

Learning goals

• Je houdt een monoloog en je gebruikt eenvoudige en korte uit het hoofd geleerde zinnen in omschrijvingen.
• Je gebruikt bijvoeglijke naamwoorden.

Road map

• Huishoudelijke mededelingen
• Warm-up
• Grammar: bijvoeglijke naamwoorden
• Task instruction
• Work on tasks
• Review
• Looking ahead

Huiswerk af?

Check in learning portal:

• Let's do some unboxing
• Let's count a little bit
• What are you wearing?

Nog niet bij iedereen afgevinkt  - schrijf je in voor het flexuur morgen om het af te maken

What are you wearing today?
I am wearing .....

Bijvoeglijke naamwoorden

We kijken samen naar het filmpje in de learning portal:

Een bijvoeglijk naamwoord noemen we in het Engels een adjective. Hiermee kun je iets beschrijven. Een schrijver kan, bijvoorbeeld, zijn verhaal interessanter maken door bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken.

Bijvoeglijke naamwoorden

Maak aantekeningen over dit onderwerp zodat:

• Je zelf kunt uitleggen wat bijvoeglijke naamwoorden zijn
• Je voorbeelden kunt geven
• Je kunt laten zien hoe je ze kunt gebruiken

Gebruik je grammar schrift.

A super cool idea

Maak alle onderdelen.

Maak aantekeningen over de grammatica.

Present a piece of clothing: kies een kledingstuk dat je wil verkopen op Marktplaats. Bereid je praatje voor.

Woensdag: oefenen met je buurman/vrouw

Schrijf de woorden en leer ze.

Verwachtingen

Duidelijk wat je moet doen?

Ga aan de slag.

Vragen?

We werken 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.

A super cool idea

Maak alle onderdelen.

Maak aantekeningen over de grammatica.

Present a piece of clothing: kies een kledingstuk dat je wil verkopen op Marktplaats. Bereid je praatje voor.

Woensdag: oefenen met je buurman/vrouw

Schrijf de woorden en leer ze.

Present a piece of clothing:
welk kledingstuk ga jij verkopen op Marktplaats? Gebruik minstens 1 bijvoeglijk naamwoord.

Looking ahead

Bespreek het kledingstuk dat je gaat verkopen op Marktplaats. LEER DEZE ZINNEN.

Learning Portal: Outfit of the day 

Lezen: Charlie and the Chocolate Factory

Nog 1 slide!