Exit ticket NB Watersnoodramp D

Wat betekent opstuwen?

Het zand wordt opgestuwd.
A
van bovenaf omlaag trekken
B
van onderaf omhoog duwen
C
van onderaf omlaag werken
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat betekent opstuwen?

Het zand wordt opgestuwd.
A
van bovenaf omlaag trekken
B
van onderaf omhoog duwen
C
van onderaf omlaag werken

Slide 1 - Quiz

Wat betekent de trieste balans opmaken?

We kunnen eindelijk de trieste balans opmaken.
A
de schade en het aantal doden vaststellen
B
het positieve effect in kaart brengen
C
de voordelen en nadelen afwegen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent de suppletie?

We vragen een suppletie aan.
A
de verbetering
B
de verwijdering
C
de aanvulling

Slide 3 - Quiz

Wat betekent onderkennen?

Hij onderkent het probleem.
A
inzien
B
oplossen
C
ontkennen
D
vergeten

Slide 4 - Quiz



Er heeft zich een catastrofe afgespeeld.



A
de duidelijke nieuwsvoorziening
B
de grote ramp
C
de uitgebreide hulpverlening

Slide 5 - Quiz

Wat betekent de infrastructuur?

De stad heeft een uitgebreide infrastructuur.


A
het totaal aantal mensen dat samenwerkt binnen een organisatie
B
de hoeveelheid geld die nodig is om een samenleving goed te laten functioneren
C
de voorzieningen die nodig zijn om goederen en informatie te verspreiden

Slide 6 - Quiz

De evacuatie kwam snel op gang.

A
de ontruiming
B
de vergissing
C
de repetitie

Slide 7 - Quiz

Wat betekent uit zijn voegen barsten?

De feestzaal barst uit zijn voegen.
A
kapot gaan
B
ontploffen
C
propvol zitten

Slide 8 - Quiz

Wat betekent vrij spel krijgen?

De wind kreeg vrij spel.


A
volgens bepaalde normen aan het werk gaan
B
onbelemmerd zijn gang kunnen gaan
C
rekening houden met de regels ter plekke

Slide 9 - Quiz


A

Slide 10 - Quiz