Nederlands - Woordenschat - Basis - H2

• Burgerschapsonderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

NEDERLANDS

WOORDENSCHAT BASIS

2. WOORDEN DIE VERTELLEN WIE JE BENT

Welke emoticon past op dit moment bij jou?

Welke woorden zeggen iets over wie jij bent?

Maak opdracht 1

bladzijde 15

Welke woorden herken je?

WAT BETEKENEN DE WOORDEN?

GESPANNEN

Bladzijde 15 en 16

Sleep elke zin naar het juiste woord

Lengte

Gespannen

Gewicht

Nationaliteit

Paspoort

Een beetje zenuwachtig.

Ik ben 1 meter 68 lang.

het land waar ik bij hoor.

Daarmee kan ik bewijzen dat ik ben wie ik ben.

Ik weeg minder dan 65 kilo.

Maak opdracht 3 t/m 9

bladzijde 17 t/m 20

Welke woorden in de blog van Milan over dag 4 vind je lastig?

WAT BETEKENEN DE WOORDEN?

Bladzijde 20

Over welke onzekerheden gaan deze foto's?

Maak opdracht 10

bladzijde 20 en 21

Welke woord vind jij lastig?

ONZEKER

Bladzijde 21

Welke zin klopt?

1. Als je onzeker bent, dan weet je precies wat je moet doen.
2. Onzeker zijn is hetzelfde als veel fantasie hebben.
3. Als je iets vaak hebt gedaan, dan voel je je daar onzeker over.
4. Als je je onzeker voelt , dan ben je soms zenuwachtig, bijvoorbeeld als je moet voorlezen voor de klas.

Maak opdracht 11

bladzijde 21

BOEIEND

Bladzijde 22

Boeiend

Maak opdracht 12

bladzijde 22

FANTASIE

Bladzijde 22

Waarom is het filmpje een voorbeeld van fantasie?

Maak opdracht 13 t/m 17

bladzijde 22 t/m 24

Maak opdracht 18

bladzijde 24

       Leg het begrip uit.