Herhalingsles erfelijkheid

Herhalingsles erfelijkheid
Herhaling 
Thema 5 erfelijkheid
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 8 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles erfelijkheid
Herhaling 
Thema 5 erfelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over chromosomen?

Slide 2 - Carte mentale

Hoeveel paar chromosomen heeft een huidcel?
A
12
B
23
C
46
D
92

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

In tekening 1 van afbeelding 1 (op de vorige bladzijde) zie je een jonge Maleise tapir.
In tekening 2 zie je hetzelfde dier, maar twee jaar later, als het volwassen is.

1. Heeft het jonge dier hetzelfde fenotype als het volwassen dier?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Pim heeft een broertje Thijs en een zusje Anna.

3. Hebben Pim, Thijs en Anna hetzelfde DNA?

A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

5. Heeft een lichaamscel van een mens 46 chromosomen?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

6. Is een albino een mutant?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

8. Is straling een mutagene invloed?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

John heeft veel getraind. Zijn spieren zijn hierdoor dik geworden.

11. Wat is er bij John veranderd?

A
zijn fenotype
B
zijn genotype
C
zowel zijn fenotype als zijn genotype

Slide 11 - Quiz

Michelle en Nico praten over chromosomen.
Michelle zegt dat chromosomen lange, dunne draden zijn.
Nico zegt dat chromosomen veel genen bevatten.

Wie heeft, of wie hebben gelijk?
A
alleen Nico
B
alleen Michelle
C
zowel Nico als Michelle

Slide 12 - Quiz

Uit welke stof bestaan chromosomen voor een groot deel?

Slide 13 - Question ouverte

de stof met de erfelijke informatie
een verandering in de erfelijke informatie
proces waarbij een cel zich opsplits in twee nieuwe cellen
ontstaan van nieuw organisme met eigen genotype vanuit uit twee geslachtscellen met ieder hun eigen enkelvoudige genen
de zichtbare erfelijke eigenschappen
alle informatie over de erfelijke eigenschappen
een stukje van een chromosoom (of een stukje DNA) met informatie over één erfelijke eigenschap
een streng DNA waarin de informatie van meerdere erfelijke eigenschappen zit
Dat wat je van je ouders aan eigenschappen hebt meegekregen
erfelijkheid
genotype
fenotype
chromosoom
gen
DNA
celdeling
geslachtelijke voortplanting
mutatie

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is een mutant?
A
Organismen waarbij de mutatie te zien is in het genotype
B
Organismen waarbij de mutatie te zien is in het fenotypen
C
Organismen waarbij het genotype is gemuteerd, maar niet te zien is in het fenotype

Slide 15 - Quiz

Wat is het fenotype?
A
alle informatie van eigenschappen
B
alle eigenschappen van een organisme
C
het totaal pakket

Slide 16 - Quiz

Het fenotype kun je veranderen, bijvoorbeeld haarkleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Het genotype van een mens komt tot stand bij de bevruchting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Iedere chromosoom bevat één gen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Het fenotype kan veranderen door invloeden uit het milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

In een levercel komen de chromosomen in paren voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Is de volgende eigenschap erfelijk of niet erfelijk?

Bladeren hangen slap aan een boom, door te weinig water
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk

Slide 22 - Quiz

Is de volgende eigenschap erfelijk of niet erfelijk?

Een extreem gespierd lichaam hebben.
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk

Slide 23 - Quiz

Is de volgende eigenschap erfelijk of niet erfelijk?

Stijl haar vanaf de geboorte
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk

Slide 24 - Quiz

Is de volgende eigenschap erfelijk of niet erfelijk?

Een tattoo op iemand bovenarm
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk

Slide 25 - Quiz

Hiernaast is voor enkele soorten organismen het aantal chromosomen per lichaamscel weergegeven.

Hoeveel chromosomen bevat de kern van een lichaamscelcel van een konijn?
A
22
B
44
C
88
D
48

Slide 26 - Quiz

Hiernaast is voor enkele soorten organismen het aantal chromosomen per lichaamscel weergegeven.

Welk van deze dieren heeft evenveel chromosomen in een lichaamscel als de mens?
A
Platworm
B
Pad
C
Konijn
D
Zijdeaapje

Slide 27 - Quiz

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen

Slide 28 - Question de remorquage

Hoe heten de nieuwe cellen die ontstaan bij celdeling?
A
Moedercel
B
Lichaamscel
C
Dochtercel
D
Geslachtscel

Slide 29 - Quiz

In afbeelding 3.1 zie je een tekening van het kuiken van een slechtvalk. Afbeelding 3.2 is een tekening van hetzelfde dier. Het kuiken is een volwassen dier geworden.


Hebben het kuiken en het volwassen dier hetzelfde fenotype?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

De beweringen gaan over de afbeeldingen. In afbeelding 3.1 zie je een tekening van het kuiken van een slechtvalk. Afbeelding 3.2 is een tekening van hetzelfde dier, enkele jaren later. Het kuiken is een volwassen dier geworden.


Hebben het kuiken en het volwassen dier hetzelfde genotype?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Een lichaamscel heeft van de mens ...
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
C
92 chromosomen
D
verschillend aantal chromosomen

Slide 32 - Quiz

Bij geslachtelijke voorplanting versmelten twee geslachtscellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Alle zaadcellen van één man hebben dezelfde genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Hoe noem je een verandering in erfelijke eigenschappen?
A
Fenotype
B
Genotype
C
Mutatie
D
Celdeling

Slide 35 - Quiz

Is uv-straling een voorbeeld van mutagene straling?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Is sigarettenrook een voorbeeld van mutagene stoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Is hondenpoep op de stoep een voorbeeld van mutagene stoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Langdurig in de zon zitten kan leiden tot....
A
Longkanker
B
Prostaatkanker
C
Hersenbloeding
D
Huidkanker

Slide 39 - Quiz

In afbeelding 4 is een bevruchting schematisch weergegeven.


Bevruchting is alleen mogelijk als cel 2 hetzelfde genotype heeft als cel 1.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

In afbeelding 4 is een bevruchting schematisch weergegeven.


Cel 3 heeft hetzelfde genotype als cel 1.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

De mens heeft 46 chromosomen in de celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

De informatie over je huidskleur ligt in je spiercellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

23 chromosomen
2 3 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen

Slide 44 - Question de remorquage

Welke stof in een celkern bevat informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
Genen
B
Chromosomen
C
DNA
D
Eiwitten

Slide 45 - Quiz

Komen in een levercel van een vrouw de chromosomen enkelvoudig voor of in paren?
A
Enkelvoudig
B
In paren

Slide 46 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat de kern van een huidcel van een man?
A
12
B
24
C
23
D
46

Slide 47 - Quiz

In de afbeelding zie je een oog met een blauwe iris.

Bevatten de chromosomen in de cellen van de iris de informatie voor de kleur van de iris?
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quiz

In de afbeelding zie je een oog met een blauwe iris.

Bevatten de chromosomen in de cellen van de maag de informatie voor de kleur van de iris?
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quiz

Hier een afbeelding van een hond. In een zenuwcel van deze hond komen 78 chromosomen voor.


Hoeveel chromosomen komen in de kern van een spiercel van deze hond?
A
39
B
78
C
23
D
46

Slide 50 - Quiz

Welke beschrijving hoort bij welk begrip?
Bevat informatie over één erfelijke eigenschap
Lange dunne draad in de celkern, bevat erfelijke informatie
De stof die de code bevat over erfelijke eigenschappen
Chromosoom
DNA
Gen

Slide 51 - Question de remorquage

Erfelijke eigenschap
Niet-erfelijke eigenschap
Piercing
Blauwe ogen
Wipneus
Litteken
Rode bloemen (klaproos)
Bladeren met stekels
Slappe bladeren door watertekort

Slide 52 - Question de remorquage

Fenotype
Genotype
DNA
chromosoom
iemands uiterlijk
informatie over erfelijke eigenschappen. 
Stof met de informatie over je erfelijke eigenschappen
lang dunne 'draad' opgebouwd uit eitwitbolletjes

Slide 53 - Question de remorquage