Deelopdracht 6 Aandoeningen van de huid

Deelopdracht 6 Aandoeningen van de huid 
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deelopdracht 6 Aandoeningen van de huid 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt kennis van aandoeningen van de huid, te weten 


Wonden (open wonden, decubitus, brandwonden, bevriezing)
Wondgenezing (primair en secundair)
Behandeling (reinigen, sluiten, beschermen, indeling naar kleur, wondinfectie)
Constitutioneel eczeem
Psoriasis
Huidkanker (basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom, melanoom)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wonden 
 Open wonden
Decubitus
Brandwonden
Bevriezing

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open wond
 Wanneer het oppervlak van de huid en het slijmvlies niet meer intact is. Hoe dieper de huid, hoe meer de samenhang van lagen weefsels is verbroken. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe handel je (zo mogelijk) bij een huidwond
Pijn
Open wond
Soms: vuil of een voorwerp in de wond

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tetanus
  • Bacterie, komt bijna niet voor in NL en is niet besmettelijk 
  • Open wond met straatvuil of dierenbeet (hond)  
– actie: direct huisarts voor injectie met antistoffen 
  • Bacterie is sneller dan de antistoffen, dus de vaccinatie geeft geen levenslange bescherming.  

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is exsudaat?
A
Kapot weefsel bij een open wond
B
Het uitzetten van de bloedvaten bij een wond
C
Vocht dat ontstaat bij een ontsteking

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit een wond?
A
Ja, dit is een open wond
B
Ja, dit is een gesloten wond
C
Nee, dit is geen wond

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de theorie staat dat een wond een verbreking is van de natuurlijke samenhang van levend weefsel. Welke beweringen over open en gesloten wonden zijn juist?
A
Bij een gesloten wond is alleen de samenhang in de twee bovenste lagen van de huid verbroken.
B
Bij een open wond is de samenhang in alle lagen van de huid verbroken.
C
Bij een open wond staat het onderliggende weefsel in contact met de buitenlucht.
D
Een contusie is een voorbeeld van een gesloten wond.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Decubitus

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Decubitus 
Graad 1: niet weg te drukken roodheid 
Graad 2: blaarvorming en ontvelling 
Graad 3: oppervlakkige decubituswond
Graad 4:diepe decubituswond (weefselschade)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen van Decubitus

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden
Ernst van brandwonden:
  • Oorzaak van de verbranding
  • Leeftijd van patiënt
  • Plaats van verbranding
  • Tijd van inwerking

3 gradaties

Slide 16 - Diapositive

Bij hitte ook de temperatuur van de warmtebron

Bij ouderen is de huid dunner en is er sprake van een slechtere afweer

Gradaties zijn gebaseerd op de diepte van aantasting (welke huidlagen zijn aagetast)
Brandwonden

Slide 17 - Diapositive

1e graads brandwond:
De opperhuid (hoornlaag) is beschadigd.
Dit heelt zich redelijk snel. (bijvoorbeeld
verbranding door de zon)
2e graads brandwond:
De kiemlaag en een deel van de lederhuis is
aangetast. Zeer pijnlijk met blaren als gevolg
3e graads brandwond:
Diep tot in de lederhuid / onderhuid. Niet pijnlijk
wit / zwarte kleur huid.

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerstegraads brandwond

Kenmerken eerstegraads brandwond 
Geen wond, dus de huid is niet stuk 
  • Soms wat opgezwollen 
  • Rood en/of roze 
  • Droog 
  • Prikkelend tot pijnlijk

       
           
        
                                                        
 brandwonden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tweedegraads brandwonden
Derdegraads

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden
Brandwond: Beschadiging van de huid door warmte, elektriciteit of een chemische stof

  • 35 000 bij huisarts
  • 1500 bij ziekenhuis
  • 500 bij brandwondencentra
  • 200 sterfgevallen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevriezing
Ook 1e, 2e en 3e graads 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevriezing - Gradaties
  • Eerstegraads bevriezing: een bleekgrijze verkleuring van de huid die pijnlijk aanvoelt.
  • Tweedegraads bevriezing: bleekgrijze verkleuring en blaarvorming dat voelbaar pijn doet.
  • Derdegraads bevriezing: spierwitte huid, die hard aanvoelt. In dit geval is er geen gevoel op de plaats van bevriezing.

Slide 23 - Diapositive

Hoe herken je bevriezing?
Rode huid, die ook wit kan worden of zelfs blauw
Er is vooral pijn tijdens belasting
Soms een zwelling
Tintelingen en een branderig gevoel, later vaak stekende pijn
Blaren met donker vocht
Witte, koude en stugge huid die afsterft



Net als bij een brandwond kan een bevriezingswond onderverdeeld worden in de drie gradaties eerste- tweede of derdegraads wond. Bij een eerstegraads vrieswond wordt de huid eerst blauwgrijs en daarna bleek. Er komt een stekende pijn op. Wanneer je weer in een warme omgeving komt, gaat de huid tintelen. en zwart wordt
Wat doe je bij bevriezing?
Bel of laat 112 bellen
Als het slachtoffer suf wordt
Als het slachtoffer blaren heeft
Als de huid is aangetast
Verwijder eventuele handschoenen, schoenen en ringen.
Dek uitwendige wonden af met steriel verband. Plaats gaas tussen de vingers of tenen als de huid is aangetast.
Prik bevriezingsblaren nooit open.
Warm bevroren lichaamsdelen alleen op wanneer zeker is dat niet opnieuw bevriezing op kan treden. Warm op met warm water (maximaal 40 °C).
Heeft het slachtoffer veel pijn? Overleg dan met een arts of je hier medicijnen tegen mag geven.
Wondgenezing
  • Primaire wondgenezing
Chirurgisch gesloten wond

  • Secundaire wondgenezing
Open wond
Wondvocht
Wond is geïnfecteerd


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire wondgenezing
Secundaire wondgenezing
Niet schone wond
Schone wond

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

primaire wondgenezing
secundaire wondgenezing
geen infectie
smalle ondiepe wondspleet
Belangrijke structuren beschadigd
gladde/scherpe wondranden
infectie
diep en of breed
rafelig en/of vuil
operatiewond

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Om te observeren en structuur aan te brengen in je wondbehandeling kun je een wondclassificatiesysteem gebruiken.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Factoren die de wondgenezing beïnvloeden

Wondmilieu
  Juiste wondbehandelings- en wondverzorgingsproducten
Lichamelijke conditie
Voeding
Zuurstofvoorziening weefsels
Medicijngebruik
Voorlichting zorgvrager

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene aanpak
• Deskundigheid van de hulpverlener
• Geduld en aandacht
• Creativiteit /inventiviteit
• Multidisciplinaire aanpak: het gaat om
méér dan wondbehandeling alleen!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jou exceem?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Atopisch exceem 
rode jeukende en schilferige huiduitslag 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat houdt atopie in
A
aangeboren aanleg om te reageren op allergenen
B
duidelijke oorzaak
C
zonder oorzaak
D
opvlammen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beinvloedende factoren 
Allergieen
Zweten 
Stress
Jeuk 


Krabben
Droge huid 
Droge huid/ winter
Ontstekingen 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen en diagnose 
baby's op wangen en onderkaak 
verspreid over het lichaam( reactie op antibiotica)
Peuter: huidplooien en op de handen
Rond de ogen 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling en prognose 
1. Huid insmeren met basiszalf ( niet wassen met zeep) 
2. Lokaal: cortisonzalf
3. inwendig: antihistamine 
4. schimmeldodende middelen als schimmel exceem veroorzaakt
5. lichttherapie 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Psoriasis
Als het immuunsysteem van het lichaam verkeerde signalen naar de huid stuurt. 
Er worden 4 keer zo snel, cellen aangemaakt
Erfelijke aanleg speelt een rol 
Verergering door: infectie, stress, alcohol, medicatie

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

symptomen 
Scherp begrensde, rode en schilferige verdikkingen van de huid 
Jeuk, soms pijn 
Over gehele lichaam 
Hoofdhuid, ellebogen, knieen 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Eczeem is ...
A
Niet jeukend
B
Een geïrriteerde plek op de huid
C
Laat geen schilfers los
D
Fout geschreven

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk seizoen komt eczeem het meeste voor?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is eczeem altijd genetisch bepaald?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ATOPISCH eczeem
KAN BESMETTELIJK ZIJN.
A
Waar
B
niet waar

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is NIET waar over eczeem?
A
speelt zich af in de opper- en lederhuid
B
is besmettelijk
C
is een auto-immuunziekte
D
is symmetrisch aanwezig

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidkanker 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van kanker
  • Carcinomen Bijv. huidkanker, longkanker, dikke darmkanker, maagkanker, borstkanker, prostaatkanker.
  • Sarcomen Bijvoorbeeld een osteosarcoom is een kanker van botweefsel.
  • Leukemieën en lymfomen  Bijvoorbeeld leukemie is een kanker van de cellen die de witte bloedcellen maken.

Slide 46 - Diapositive

Carcinomen zijn kankers die ontstaan uit cellen die lichaamsoppervlakken bekleden of de bekleding van een klier vormen. (Bijv. huidkanker, longkanker, dikke darmkanker, maagkanker, borstkanker, prostaatkanker)
Sarcomen zijn kankers die ontstaan uit cellen die het bind- en steunweefsel vormen, zoals botten en spieren. Bijvoorbeeld een osteosarcoom is een kanker van botweefsel.
Leukemieën en lymfomen zijn kankers uitgaande van de cellen in het beenmerg en en de lymfeklieren. Bijvoorbeeld leukemie is een kanker van de cellen die de witte bloedcellen maken.

Huidkanker (1)
1. Basalioom: Basaalcelcarcinoom
- Meest voorkomende vorm van huidkanker
- Vooral bij ouderen
- Door chronische blootstelling aan zonlicht

Behandeling: Biopt -> cryochirurgie, bestraling, chirurgie
- Grote kans op andere vormen van huidkanker (controle!)

Slide 47 - Diapositive

Komt vooral voor in het gezicht

Verschillende vormen: onschuldig bobbeltje, litteken, ontsteking, pigmentvlek, geen jeuk en pijn

Kan infiltreren in dieper weefsel, uitzaaiing is zeldzaam -> goede prognose
Huidkanker (2)
2. Plaveiselcelcarcinoom: 
  • Bij 1 op de 4 ouderen, 
  • door zonlicht
  • Op gezicht, armen en handen


Behandeling: Biopt -> cryotherapie, chirurgie, bestraling
  • Kans op uitzaaiing, slechtere prognose dan basalioom

Slide 48 - Diapositive

Scherp begrensde, rode, vaak wat schilferige, harde plekke. Deze plekken worden steeds dikker. Uiteindelijk treedt korstvorming op. -> minder voorkomend dan basalioom

Vloeibare stikstof, of chemozalf
Huidkanker (3)
3. Melanoom: Snel groeiende pigmentvlek
  • Zonlicht speelt géén (grote) rol, genetische factoren wel 
  • Verandering in kleur moedervlek
  • Jeuk, bloeding, zweervorming, pijn

Behandeling: Biopt -> Chirurgische verwijdering + 1-2 cm extra 
  • Controle lymfevaten!

Slide 49 - Diapositive

Bij uitzaaiing zeer slechte prognose
Diep gegroeid: slechte prognose
Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat huidkanker?
A
Door veel binnen zitten
B
Door geparfumeerde bodylotion
C
Door UV en zonnebankstralen
D
Door het insmeren met zonnebrandcrème

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN
Vragen?

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions